AB 2003, 403
Beginselplicht tot handhaving; concreet zicht op legalisatie; rechtszekerheid; zelf in de zaak voorzien; schadevergoeding; causaliteit.
ABRvS 07-08-2002, ECLI:NL:RVS:2002:AE6185, m.nt. A.R. Neerhof
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
7 augustus 2002
- Magistraten
Van Angeren, Offers, Polak
- Zaaknummer
200102789/1
- Noot
A.R. Neerhof
- LJN
AE6185
- JCDI
JCDI:ADS866663:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Staatsrecht / Decentralisatie
Ruimtelijk bestuursrecht (V)
Bestuursrecht algemeen / Bestuursbevoegdheden
Bestuursprocesrecht / Beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2002:AE6185, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 07‑08‑2002
- Wetingang
Essentie
Beginselplicht tot handhaving; concreet zicht op legalisatie; rechtszekerheid; zelf in de zaak voorzien; schadevergoeding; causaliteit.
Samenvatting
Ten tijde van de beslissing van 2 december 1999 tot handhaving van de weigering om met bestuursdwang op te treden tegen het gebruik van een gebouw als magazijn bestond voldoende zicht dat binnen afzienbare tijd het bestemmingsplan in procedure zou worden gebracht. Het voorontwerp was evenwel in strijd met de rechtszekerheid wat de in geding zijnde bebouwing betreft en wel zodanig dat op voorhand duidelijk had moeten zijn dat gerede twijfel bestond of dat plan de eindstreep zou halen. De rechtbank is, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.