AB 2003, 53
Dwangsom. Belangen die het betrokken voorschrift in dit geval beoogt te beschermen staan aan gebruik van de dwangsombevoegdheid niet in weg. Toverformule. Dringende redenen verzetten zich tegen verlenen vrijstelling.
ABRvS 19-06-2002, ECLI:NL:RVS:2002:AE4344, m.nt. A.G.A. Nijmeijer
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
19 juni 2002
- Magistraten
Van den Brink
- Zaaknummer
200104047/1
- Noot
A.G.A. Nijmeijer
- LJN
AE4344
- JCDI
JCDI:ADS866698:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Ruimtelijk bestuursrecht / Procedure bestemmingsplan
Ruimtelijk bestuursrecht / Ruimtelijke ordening
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2002:AE4344, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 19‑06‑2002
- Wetingang
AWB art. 5:32 lid 3; WRO art. 10; WRO art. 15
Essentie
Dwangsom. Belangen die het betrokken voorschrift in dit geval beoogt te beschermen staan aan gebruik van de dwangsombevoegdheid niet in weg. Toverformule. Dringende redenen verzetten zich tegen verlenen vrijstelling.
Samenvatting
Dat burgemeester en wethouders in dit geval hebben gekozen voor het instrument van de dwangsom en niet voor het aanzeggen van bestuursdwang behoeft geen afzonderlijke motivering. Art. 5:32 Awb biedt het bestuursorgaan dat bevoegd is tot het toepassen van bestuursdwang de keuze voor het opleggen van een last onder dwangsom, met dien verstande dat voor het opleggen van een last onder dwangsom niet wordt gekozen indien het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.