AB 1999, 429
Het opleggen van een ema is geen ‘criminal charge’; voldoende aannemelijk dat appellant op het moment van aanhouding bestuurder was van zijn auto
ABRvS 26-08-1999, ECLI:NL:RVS:1999:AB2255, m.nt. M. Schreuder-Vlasblom
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
26 augustus 1999
- Magistraten
Boukema, Grosheide, Zwart
- Zaaknummer
H01990210
- Noot
M. Schreuder-Vlasblom
- LJN
AB2255
- JCDI
JCDI:ADS868313:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verkeersrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:1999:AB2255, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 26‑08‑1999
- Wetingang
Essentie
Het opleggen van een ema is geen ‘criminal charge’; voldoende aannemelijk dat appellant op het moment van aanhouding bestuurder was van zijn auto.
Samenvatting
Het bestreden besluit strekt tot bevestiging van de aan appellant opgelegde plicht zich te onderwerpen aan een educatieve maatregel alcohol en verkeer (ema), ter bevordering van zijn geschiktheid. Appellant betwist dat hij op het moment van de aanhouding de bestuurder was van zijn auto.
Het opleggen van een ema vloeit niet voort uit het vermoeden van overtreding van art. 8 van de Wegenverkeerswet (WVW), doch uit het vermoeden van ongeschiktheid bedoeld in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.