Einde inhoudsopgave
Leidraad Invordering 2008
14.4.5b Vrij te laten bedrag en beslag onder derden bij geen adres in Nederland
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
22-12-2022, Stcrt. 2022, 32509 (uitgifte: 27-12-2022, regelingnummer: 2022-287717)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-12-2022, Stcrt. 2022, 32509 (uitgifte: 27-12-2022, regelingnummer: 2022-287717)
- Vakgebied(en)
Invordering (V)
Als de ontvanger bankbeslag legt ten laste van een belastingschuldige die op grond van de basisregistratie personen geen adres in Nederland heeft, geldt het volgende. Als de belastingschuldige inzicht geeft in zijn leefsituatie en aannemelijk maakt dat hij door het beslag onvoldoende middelen van bestaan overhoudt, kan hij de ontvanger verzoeken alsnog rekening te houden met het voor hem geldende vrij te laten bedrag. De ontvanger stelt in dat geval het voor de leefsituatie van de belastingschuldige geldende vrij te laten bedrag vast. De ontvanger betaalt het verschil tussen het initieel vastgestelde vrij te laten bedrag en het op verzoek vastgestelde vrij te laten bedrag aan de belastingschuldige. Dit doet de ontvanger nadat de bank op het beslag heeft afgedragen.