NJB 2013/2310
Aanvulling maatstaven voorbedachte raad uit HR 28 februari 2012, LJN BR2342, NJ 2012/518: Hoge Raad gaat in op de achtergrond van het vereiste dat de verdachte de gelegenheid heeft gehad na te denken over de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad en zich daarvan rekenschap te geven. In casu ontoereikende motivering voorbedachte raad in aanmerking genomen dat 1. de verdachte de eerste steek in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling heeft toegebracht en 2. het tweede steekincident korte tijd – ongeveer 50 seconden – daarna plaatsvond
HR 15-10-2013, ECLI:NL:HR:2013:963
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
15 oktober 2013
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan, Y. Buruma, V. van den Brink
- Zaaknummer
12/00655
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:963, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑10‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:757, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑06‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑06‑2012
- Wetingang
(Sr art. 289)
Essentie
Aanvulling maatstaven voorbedachte raad uit HR 28 februari 2012, LJN BR2342, NJ 2012/518: Hoge Raad gaat in op de achtergrond van het vereiste dat de verdachte de gelegenheid heeft gehad na te denken over de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad en zich daarvan rekenschap te geven. In casu ontoereikende motivering voorbedachte raad in aanmerking genomen dat 1. de verdachte de eerste steek in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling heeft toegebracht en 2. het tweede steekincident korte tijd – ongeveer 50 seconden – daarna plaatsvond
Uitspraak
Inleiding:
Verdachte is ter zake van poging moord (art. 289 jo. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.