JWB 2011/146:Internationaal privaatrecht, Duits vonnis, motivering, tenuitvoerlegging, exequatur, openbare orde

JWB 2011/146

Internationaal privaatrecht, Duits vonnis, motivering, tenuitvoerlegging, exequatur, openbare orde

Documentgegevens:

HR 18-03-2011, ECLI:NL:HR:2011:BP0002

Instantie: Hoge Raad (Civiele kamer)
Datum: 18 maart 2011
Zaaknummer: 10/01368
LJN: BP0002
Vakgebied(en): Burgerlijk procesrecht / Europees burgerlijk procesrecht
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2011:BP0002, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑03‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BP0002, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑12‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑03‑2010
Wetingang: Art. 22 Brussel I; art. 34 Brussel I; art. 35 Brussel I; art. 38 Brussel I; art. 6 EVRM

Essentie

Samenvatting

Casus

De verzoeker tot cassatie heeft op basis van de EEX-Verordening verlof tot tenuitvoerlegging verzocht van een Duits ‘Anerkennungsurteil’. De veroordeling van de verweerders in cassatie in een dergelijk vonnis berust op een erkenning door de verweerders in cassatie van de tegen hen ingestelde vordering. Dit vonnis is niet nader gemotiveerd. De voorzieningenrechter van de rechtbank heeft het verlof verleend. De rechtbank heeft het verlof ingetrokken.

Rechtsvraag

In cassatie komt de vraag aan de orde naar de verlening van een exequatur op het Duitse ‘Anerkennungsurteil’.

Beslissing

De Hoge ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.