NJB 2021/2734
Klachtplicht. Nalaten om prestatie te verrichten. Een benadeelde met letselschade verwijt een advocatenkantoor dat het zijn vordering heeft laten verjaren. Het hof oordeelt dat de benadeelde zijn klachtplicht niet is nagekomen. Hoge Raad: Art. 6:89 BW is niet van toepassing op een nalaten om een overeengekomen prestatie te verrichten.
HR 15-10-2021, ECLI:NL:HR:2021:1536
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
15 oktober 2021
- Magistraten
Mrs. M.J. Kroeze, F.J.P. Lock, F.R. Salomons
- Zaaknummer
20/03288
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1536, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 15‑10‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:765, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑08‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑10‑2020
- Wetingang
(art. 6:89 BW)
Essentie
Klachtplicht. Nalaten om prestatie te verrichten. Een benadeelde met letselschade verwijt een advocatenkantoor dat het zijn vordering heeft laten verjaren. Het hof oordeelt dat de benadeelde zijn klachtplicht niet is nagekomen. Hoge Raad: Art. 6:89 BW is niet van toepassing op een nalaten om een overeengekomen prestatie te verrichten.
Partij(en)
B, adv. mr. J.H.M. van Swaaij en J.M. Moorman, vs. K, adv. mr. A. Stortelder.
Uitspraak
Feiten en procesverloop
In 2005 heeft benadeelde B ernstige brandwonden opgelopen bij een ontploffing. Advocaat A is werkzaam bij advocatenkantoor K. Bij brieven van 23 november 2006 en 17 januari ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.