NJ 2014/406
Prejudiciële beslissing op voet art. 392 Rv. Vergoeding buitengerechtelijke incassokosten; art. 6:96 lid 2 onder c BW; dubbele redelijkheidstoets; normering hoogte verschuldigde vergoeding; Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten; bestaat na ‘veertiendagenbrief’ van art. 6:96 lid 6 BW recht op vergoeding buitengerechtelijke incassokosten zonder dat crediteur nadien nadere incassohandeling verricht?
HR 13-06-2014, ECLI:NL:HR:2014:1405, m.nt. S.D. Lindenbergh (Fa-Med/X)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
13 juni 2014
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders
- Zaaknummer
13/05858
- Conclusie
A-G mr. M.H. Wissink
- Noot
S.D. Lindenbergh
- Roepnaam
Fa-Med/X
- JCDI
JCDI:ADS97097:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:1405, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑06‑2014
Conclusie, Hoge Raad, 12‑06‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:289, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑04‑2014
- Wetingang
Essentie
Prejudiciële beslissing op voet art. 392 Rv. Vergoeding buitengerechtelijke incassokosten; art. 6:96 lid 2 onder c BW; dubbele redelijkheidstoets; normering hoogte verschuldigde vergoeding; Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten; bestaat na ‘veertiendagenbrief’ van art. 6:96 lid 6 BW recht op vergoeding buitengerechtelijke incassokosten zonder dat crediteur nadien nadere incassohandeling verricht?
De kantonrechter heeft de volgende prejudiciële vraag gesteld: ‘Dient art. 6:96 lid 6 BW aldus te worden uitgelegd dat na het verzenden van de daarin genoemde veertiendagenbrief vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten is verschuldigd, dus zonder dat de crediteur na ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.