NJB 2018/421
De rechtbank heeft echter terecht geoordeeld dat, overeenkomstig hetgeen de Afdeling heeft overwogen in zijn uitspraak van 7 oktober 2015 ten aanzien van de WAV, de boetenormbedragen in de Waadi dusdanig hoog zijn dat appellant, uit een oogpunt van evenredigheid, zijn beleid op het punt van de aan te houden boetenormbedragen verder had moeten differentiëren en een onderscheid had moeten maken tussen enerzijds malafide rechtspersonen en daarmee gelijk te stellen werkgevers en anderzijds werkgevers die niet tot deze categorie horen. Door het ontbreken van deze differentiatie zijn de Beleidsregels 2014 in zoverre onredelijk
CRvB 24-01-2018, ECLI:NL:CRVB:2018:370
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
24 januari 2018
- Magistraten
Mrs. Rottier, Lange, Dijt
- Zaaknummer
16/5566 WAADI
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsmarktbeleid en -bemiddeling
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
- Brondocumenten
ECLI:NL:CRVB:2018:370, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 24‑01‑2018
- Wetingang
Essentie
De rechtbank heeft echter terecht geoordeeld dat, overeenkomstig hetgeen de Afdeling heeft overwogen in zijn uitspraak van 7 oktober 2015 ten aanzien van de WAV, de boetenormbedragen in de Waadi dusdanig hoog zijn dat appellant, uit een oogpunt van evenredigheid, zijn beleid op het punt van de aan te houden boetenormbedragen verder had moeten differentiëren en een onderscheid had moeten maken tussen enerzijds malafide rechtspersonen en daarmee gelijk te stellen werkgevers en anderzijds werkgevers die niet tot deze categorie horen. Door het ontbreken van deze differentiatie zijn de Beleidsregels 2014 in zoverre onredelijk