RBP 2015/31
Dwangsom. Is sprake van blijvende of tijdelijke, gehele of gedeeltelijke onmogelijkheid voor de veroordeelde om aan de hoofdveroordeling te voldoen waardoor de dwangsom kan worden opgeheven, opgeschort of verminderd?
HR 20-02-2015, ECLI:NL:HR:2015:396
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 februari 2015
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, C.E. Drion, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
13/06135
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- JCDI
JCDI:ADS920607:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:396, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑02‑2015
ECLI:NL:PHR:2014:2117, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑11‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑11‑2013
- Wetingang
Art. 611d Rv
Essentie
Dwangsom.
Is sprake van blijvende of tijdelijke, gehele of gedeeltelijke onmogelijkheid voor de veroordeelde om aan de hoofdveroordeling te voldoen waardoor de dwangsom kan worden opgeheven, opgeschort of verminderd?
Samenvatting
De woningen van eiser en verweerder liggen naast elkaar. Eiser is gestart met de bouw van een zwembad in de oprit van zijn woning. De fundering van dit zwembad is voor een deel gelegd onder de fundering van de aanbouw (betiteld als bibliotheek) behorende bij de woning van verweerder. Op vordering van verweerder heeft de rechtbank voor recht verklaard dat verweerder eigenaar is van de linker zijmuur van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.