RAV 2015/61
Buitengerechtelijke kosten. Is voor vergoeding van buitengerechtelijke kosten vereist dat is vast komen te staan dat schade is geleden?
HR 13-03-2015, ECLI:NL:HR:2015:586 (Mark Four Enterprises/Apotex Nederland)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 maart 2015
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, C.E. Drion, M.V. Polak
- Zaaknummer
14/00695
- Conclusie
A-G mr. J. Spier
- Roepnaam
Mark Four Enterprises/Apotex Nederland
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS921198:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:586, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑03‑2015
ECLI:NL:PHR:2014:2108, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 07‑11‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑01‑2014
- Wetingang
Art. 6:96 lid 2 onder b BW
Essentie
Schadestaatprocedure. Schade wegens afgebroken onderhandelingen. Buitengerechtelijke kosten.
Is voor vergoeding van buitengerechtelijke kosten vereist dat is vast komen te staan dat schade is geleden?
Samenvatting
MFE en KF hebben overleg gevoerd over een beoogde samenwerking waarbij MFE psyllium-producten zou importeren die door KF op de markt zouden worden gebracht als generiek geneesmiddel (laxeermiddel). KF heeft daar uiteindelijk van afgezien. MFE’s vordering heeft betrekking op vergoeding van het positieve contractsbelang. In de hoofdprocedure heeft het hof overwogen dat tussen partijen een bindende (basis)overeenkomst tot stand was gekomen, waaraan KF zich niet eenzijdig heeft kunnen onttrekken. Het hof heeft voor recht ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.