Einde inhoudsopgave
Omgevingsbesluit - Nota van toelichting
Afdeling 5.3 Projectbesluit
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
03-07-2018, Stb. 2018, 290 (uitgifte: 31-08-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
Artikel 5.6 (inhoud projectbesluit) [artikel 16.88, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet]
In aanvulling op de artikelen 5.51 en 5.52 van de Omgevingswet bevat dit artikel enkele inhoudseisen voor het projectbesluit. Deze eisen houden in dat het bevoegd gezag aangeeft hoe het project eruit zal komen te zien en welke, al dan niet tijdelijke, voorzieningen en maatregelen zullen worden getroffen om het project te kunnen realiseren. Bij maatregelen en voorzieningen die nodig zijn om het project te realiseren kan bijvoorbeeld worden gedacht aan de aanleg van kunstwerken of een tijdelijke bouwweg. Maatregelen die nodig zijn om de nadelige gevolgen van het project ongedaan te maken, te beperken of te compenseren kunnen bijvoorbeeld zijn geluidschermen of het toepassen van stil asfalt, het aanleggen of verlengen van een ecopassage of het treffen van maatregelen in het belang van het behoud van cultureel erfgoed. Het gaat niet alleen om de maatregelen en voorzieningen waarvoor het projectbesluit als vergunning geldt. Ook maatregelen en voorzieningen waarvoor geen vergunning nodig is worden op grond van dit artikel in het projectbesluit vermeld, evenals maatregelen en voorzieningen waarvoor het bevoegd gezag voornemens is in een later stadium vergunning aan te vragen.
Artikel 5.7 (aanwijzing andere besluiten) [artikel 5.52, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet]
Eerste lid
In het eerste lid van deze bepaling worden twee zogeheten ‘externe besluiten’ aangewezen. Dit zijn besluiten die niet op grond van de Omgevingswet worden genomen, maar wel meegenomen kunnen worden in het projectbesluit als het bevoegd gezag dit expliciet in het projectbesluit aangeeft. Met deze bepaling wordt invulling gegeven aan artikel 5.52, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet. De besluiten die zijn aangewezen zijn het verkeersbesluit op grond van de Wegenverkeerswet 1994 en de onttrekking van een weg aan de openbaarheid op grond van de Wegenwet. Het voornemen is om in de Invoeringswet Omgevingswet aan artikel 8 van de Wegenwet een lid toe te voegen zodat deze regeling niet in strijd komt met de bevoegdheidsverdeling voor het onttrekken van een weg aan de openbaarheid in die wet.
Tweede en derde lid
In het tweede en derde lid worden de regels aangewezen die het bevoegd gezag in acht moet nemen als het projectbesluit geldt als verkeersbesluit of als onttrekking van een weg aan de openbaarheid. De overlegverplichtingen en procedurele regels uit de oorspronkelijke wettelijke regelingen zijn niet van toepassing.
Artikel 5.8 (advies en instemming andere besluiten) [artikel 16.20 van de Omgevingswet]
Eerste en tweede lid
Op grond van het eerste en tweede lid van dit artikel is het oorspronkelijk bevoegd gezag bevoegd tot het geven van advies of advies met instemming over het zogeheten externe besluit dat onderdeel is van het projectbesluit. Deze bepaling is vergelijkbaar met artikel 16.20 van de Omgevingswet.