Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011
Artikel 3.13 Privégebruik auto; rittenregistratie, loontijdvakken en verklaring geen privégebruik
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2017
- Bronpublicatie:
29-12-2016, Stcrt. 2016, 71813 (uitgifte: 29-12-2016, regelingnummer: 2016-0000225960)
- Inwerkingtreding
01-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-12-2016, Stcrt. 2016, 71813 (uitgifte: 29-12-2016, regelingnummer: 2016-0000225960)
- Vakgebied(en)
Loonbelasting / Loon
1.
De rittenregistratie, bedoeld in artikel 13bis, derde lid, van de wet, bevat ten minste de volgende gegevens:
- a.
merk, type en kenteken van de auto;
- b.
periode van terbeschikkingstelling van de auto;
- c.
per rit:
- 1°
datum;
- 2°
beginstand en eindstand van de kilometerteller;
- 3°
beginadres en eindadres;
- 4°
de gereden route indien deze afwijkt van de meest gebruikelijke;
- 5°
het karakter van de rit.
2.
Indien in een loontijdvak de vergoeding die de werknemer voor het gebruik voor privédoeleinden verschuldigd is, uitgaat boven het voor dat loontijdvak op grond van artikel 13bis, eerste en tweede lid, van de wet berekende voordeel, wordt in dat loontijdvak een negatief bedrag ter grootte van het verschil tussen het berekende voordeel en de verschuldigde vergoeding als voordeel in aanmerking genomen, voor zover op kalenderjaarbasis het berekende voordeel ten minste gelijk is aan de vergoeding voor het gebruik voor privédoeleinden.
3.
Een verzoek om een verklaring geen privégebruik als bedoeld in artikel 13bis, achtste lid, van de wet bevat ten minste de volgende gegevens:
- a.
de naam, het adres en het burgerservicenummer van de werknemer;
- b.
het kenteken van de auto, indien dit bekend is en het verzoek betrekking heeft op één auto;
- c.
het jaar van ingang van de verklaring.