NJB 2011, 48
HR, 17-12-2010, nr. 09/02197
HR 17-12-2010, ECLI:NL:HR:2010:BO1806
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
17 december 2010
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, W.A.M. van Schendel, C.A. Streefkerk en C.E. Drion
- Zaaknummer
09/02197
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- LJN
BO1806
- JCDI
JCDI:ADS78368:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BO1806, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑12‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BO1806, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑10‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑05‑2009
- Wetingang
art. 279-284 Rv (oud); Rv art. 424
Samenvatting
Verval van appelinstantie na cassatie en verwijzing. In een eerste procedure vordert X een verklaring voor recht dat Y onrechtmatig heeft gehandeld en schadevergoeding, op te maken bij staat. De rechtbank wijst de vorderingen af. Het hof oordeelt bij tussenarrest dat Y onrechtmatig heeft gehandeld, vernietigt in het dictum het vonnis van de rechtbank en verwijst de zaak naar de rol. Bij eindarrest wijst het hof bedragen toe als schadevergoeding. In cassatie wordt het beroep tegen het tussenarrest verworpen, het eindarrest vernietigd en de zaak verwezen. Het verwijzingshof verklaart de appelinstantie vervallen. In dit (tweede) geding stelt X dezelfde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.