Einde inhoudsopgave
Ziektewet
Artikel 68 [Bepaling hoogte dagloon]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2006
- Redactionele toelichting
Deze wijziging treedt tegelijk in werking met art. 4, onderdeel M, van de Invoeringswet Wet financiering sociale verzekeringen (16-12-2004, Stb. 2005, 37).
- Bronpublicatie:
22-12-2005, Stb. 2005, 708 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken: 30238)
16-12-2004, Stb. 2005, 37 (uitgifte: 03-02-2005, kamerstukken: 29531)
- Inwerkingtreding
01-01-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-12-2005, Stb. 2005, 717 (uitgifte: 28-12-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
15-12-2005, Stb. 2005, 717 (uitgifte: 28-12-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid / Verzekeringen
Premieheffing / Algemeen
1.
De persoon, die om toelating tot de vrijwillige verzekering verzoekt, bedoeld in artikel 64, eerste en tweede lid, bepaalt bij de aanvang van de vrijwillige verzekering de hoogte van het dagloon, met dien verstande dat:
- a.
dit niet meer kan bedragen dan het in artikel 17, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen bedoelde bedrag met betrekking tot een loontijdvak van een dag, eventueel verhoogd of verlaagd op grond van artikel 18 van die wet;
- b.
dit niet meer kan bedragen dan het loon of het inkomen dat hij in geval van ziekte naar het oordeel van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen derft; en
- c.
dit, ingeval naast de vrijwillige verzekering een vrijwillige verzekering als bedoeld in hoofdstuk III van de Werkloosheidswet is afgesloten, gelijk is aan het dagloon dat ten grondslag ligt aan de vrijwillige werkloosheidsverzekering.
2.
De uitkering op grond van de vrijwillige verzekering wordt berekend naar het in het eerste lid bedoelde dagloon.