Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 231/2013 tot aanvulling van Richtlijn 2011/61/EU ten aanzien van vrijstellingen, algemene voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening, bewaarders, hefboomfinanciering, transparantie en toezicht
Bijlage I Methoden om de blootstelling van een abi te vergroten
Geldend
Geldend vanaf 11-04-2013
- Bronpublicatie:
19-12-2012, PbEU 2013, L 83 (uitgifte: 22-03-2013, regelingnummer: 231/2013)
- Inwerkingtreding
11-04-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-12-2012, PbEU 2013, L 83 (uitgifte: 22-03-2013, regelingnummer: 231/2013)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1
Ongedekte geldleningen: wanneer geldleningen worden belegd, verhogen zij meestal de blootstelling van de abi met het totale bedrag van die leningen. Bijgevolg is de minimumblootstelling altijd het bedrag van de lening. Zij kan hoger zijn als de waarde van de met de lening gedane belegging groter is dan het geleende bedrag. Om dubbeltelling te vermijden, worden geldleningen die gebruikt worden om de blootstelling te financieren niet bij de berekening betrokken. Als de geldleningen niet belegd worden, maar in geldmiddelen of kasequivalenten blijven als omschreven in artikel 7, onder a), vergroten zij de blootstelling van de abi niet.
2
Gedekte geldleningen: gedekte geldleningen lijken op ongedekte geldleningen, maar de lening kan door een pool van activa of door één activum gedekt zijn. Als de geldleningen niet belegd worden, maar in geldmiddelen of kasequivalenten blijven als omschreven in artikel 7, onder a), vergroten zij de blootstelling van de abi niet.
3
Converteerbare leningen: converteerbare leningen zijn gekochte schuld waarbij de houder of de emittent onder bepaalde omstandigheden in staat kan worden gesteld die schuld in een ander activum om te zetten. De blootstelling van de abi is de marktwaarde van die leningen.
4
Renteswaps: een renteswap is een overeenkomst om op gezette tijden (betaaldagen) tijdens de duur van de overeenkomst rentegeldstromen te ruilen, berekend op basis van een notionele hoofdsom. De betaalverplichting van elke partij wordt berekend met behulp van een andere rente op basis van de notionele blootstellingen.
5
Contracts for differences: een contract for differences (CFD) is een overeenkomst tussen twee partijen — de belegger en de CFD-verstrekker — om de veranderde koers van een onderliggend activum te betalen. Afhankelijk van het koersverloop betaalt de ene partij de andere partij het verschil vanaf het tijdstip waarop het contract is gesloten tot het tijdstip waarop het afloopt. De blootstelling is de marktwaarde van het onderliggende activum. Dezelfde behandeling moet gelden voor financiële spread bets.
6
Futures: een future is een overeenkomst om op een bepaald moment in de toekomst een bepaalde hoeveelheid van een effect, valuta, grondstof, index of ander activum tegen een vooraf vastgestelde prijs te kopen of te verkopen. De blootstelling is de marktwaarde van het equivalente onderliggende activum.
7
Total return swaps: een total return swap is een overeenkomst waarbij de ene partij (total return-betaler) de totale economische prestatie van een referentieobligatie aan de andere partij (total return-ontvanger) overdraagt. De totale economische prestatie omvat opbrengsten van rente en vergoedingen, winsten of verliezen van marktbewegingen en kredietverliezen. De blootstelling van de abi is de marktwaarde van de equivalente referentieactiva die een invloed hebben op de economische prestaties van de swap.
8
Termijnaffaires: een termijnaffaire is een bilaterale maatwerkovereenkomst om op een bepaalde afwikkelingsdatum in de toekomst tegen een op de transactiedatum overeengekomen termijnprijs een activum of geldstromen te ruilen. De ene partij bij de termijnaffaire is de koper (longpositie), die ermee instemt op de afwikkelingsdatum de termijnprijs te betalen; de andere partij is de verkoper (shortpositie), die ermee instemt de termijnprijs te ontvangen. Voor het aangaan van een termijncontract is gewoonlijk geen betaling van een vergoeding vereist. De blootstelling van de abi is de marktwaarde van het equivalente onderliggende activum. Deze kan vervangen worden door de notionele waarde van het contract indien deze voorzichtiger is.
9
Opties: een optie is een overeenkomst die de koper, welke een vergoeding (premie) betaalt, het recht verleent- maar niet de verplichting oplegt — op of tot aan de expiratie van het contract (expiratie) tegen een overeengekomen prijs (uitoefenprijs) een bepaalde hoeveelheid van een onderliggend activum te kopen of te verkopen. Een calloptie is een optie om te kopen, een putoptie een optie om te verkopen. De grenzen van de blootstelling van het fonds zijn enerzijds een potentiële onbeperkte blootstelling en anderzijds een blootstelling die beperkt is tot de betaalde premie of, indien hoger, de marktwaarde van die optie. De blootstelling tussen die twee grenzen wordt bepaald als het voor delta gecorrigeerde equivalent van de onderliggende positie (bij de delta van een optie wordt de gevoeligheid van de prijs van een optie enkel aan de hand van een verandering van de prijs van het onderliggende activum gemeten). Dezelfde aanpak moet bijvoorbeeld worden gevolgd voor in gestructureerde producten ingebedde derivaten. De structuur moet in zijn bestanddelen worden uitgesplitst en het effect van lagen van derivatenblootstellingen moet op toereikende wijze worden weergegeven.
10
Retrocessieovereenkomsten: van een retrocessieovereenkomst is gewoonlijk sprake wanneer een abi effecten aan een tegenpartij (die een wederverkoopverplichting heeft) verkoopt en ermee instemt deze in de toekomst tegen een overeengekomen prijs terug te kopen. De abi maakt financieringskosten door deze transactie aan te gaan en dient bijgevolg de geldopbrengsten (in feite geldzekerheid) te herbeleggen om een rendement te behalen dat groter is dan de gemaakte financieringskosten. Het herbeleggen van de ‘geldzekerheid’ betekent dat door de abi incrementeel marktrisico wordt gelopen waarmee bijgevolg bij de berekening van de algemene blootstelling rekening moet worden gehouden. De economische risico's en baten van de ‘verkochte’ effecten blijven bij de abi. Ook zal een retrocessietransactie bijna altijd aanleiding tot hefboomfinanciering geven omdat de ‘geldzekerheid’ zal worden herbelegd. Ingeval uit hoofde van de transactie niet-geldzekerheid wordt ontvangen en deze zekerheid uit hoofde van een andere retrocessietransactie, of een effectenuitleenovereenkomst, verder wordt gebruikt, moet de volledige marktwaarde van de zekerheid in het bedrag van de algemene blootstelling worden opgenomen. De blootstelling van de abi wordt vergroot met het herbelegde deel van de geldzekerheid.
11
Omgekeerde retrocessieovereenkomsten: van deze transactie is sprake indien een abi effecten van een retrocessietransactietegenpartij ‘koopt’ en ermee instemt deze tegen een overeengekomen prijs in de toekomst terug te verkopen. Abi's sluiten deze transacties gewoonlijk af om met laag risico een geldmarktrendement te behalen waarbij de ‘gekochte’ effecten als zekerheid dienen. Er ontstaat dan ook geen algemene blootstelling noch neemt de abi de risico's en baten van de ‘gekochte’ effecten op zich, dit wil zeggen, er is geen incrementeel marktrisico. Het is echter mogelijk dat, zoals hierboven beschreven, de ‘gekochte’ effecten verder worden gebruikt uit hoofde van een retrocessie- of effectenuitleentransactie; in dat geval moet in het bedrag van de algemene blootstelling de volledige marktwaarde van de effecten worden opgenomen. De economische risico's en baten van de gekochte effecten blijven bij de tegenpartij waardoor de blootstelling van de abi niet vergroot.
12
Effectenuitleenregelingen: een abi die een effectenuitleentransactie aangaat, leent tegen een overeengekomen vergoeding een effect uit aan een tegenpartij die een effect leent (de tegenpartij leent het effect gewoonlijk om een fysieke shorttransactie te dekken). De lener van het effect verstrekt geld- of niet-geldzekerheid aan de abi. Enkel indien geldzekerheid wordt herbelegd in andere instrumenten dan die welke worden omschreven in artikel 7, onder a), ontstaat algemene blootstelling. Als de geldzekerheid verder wordt gebruikt uit hoofde van een retrocessie- of andere effectenuitleentransactie moet in het bedrag van de algemene blootstelling de volledige marktwaarde van de effecten worden opgenomen zoals hierboven beschreven. Blootstelling ontstaat voor zover de geldzekerheid is herbelegd.
13
Effectenleenregelingen: een abi die tot het lenen van effecten overgaat, leent voor een overeengekomen vergoeding een effect van een tegenpartij die een effect uitleent. De abi verkoopt vervolgens het effect op de markt. De abi heeft nu een shortpositie in dat effect. Voor zover de geldopbrengsten van de verkoop worden herbelegd, vergroot dit eveneens de blootstelling van de abi. De blootstelling is de marktwaarde van de kort verkochte effecten; bijkomende blootstelling ontstaat voor zover de ontvangen geld worden herbelegd.
14
Credit default swaps: een credit default swap (CDS) is een kredietderivatenovereenkomst die de koper bescherming verleent (de koper wordt gewoonlijk volledig vergoed) ingeval de referentie-entiteit wanbetaalt of te haren aanzien een kredietgebeurtenis plaatsvindt. Als tegenprestatie ontvangt de verkoper van de CDS van de koper regelmatig een vergoeding, een zogenaamde premie. Voor de protectieverkoper is de blootstelling de marktwaarde van de onderliggende referentieactiva of, indien hoger, de notionele waarde van de kredietverzuimwap[lees: kredietverzuimswap]. Voor de protectiekoper is de blootstelling de marktwaarde van het onderliggende referentieactivum.