Einde inhoudsopgave
Wegenwet
Artikel 21 [Mededeling voorstellen en besluiten]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2021
- Bronpublicatie:
01-07-2020, Stb. 2020, 262 (uitgifte: 17-07-2020, kamerstukken: 35218)
- Inwerkingtreding
01-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-04-2021, Stb. 2021, 176 (uitgifte: 09-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Algemeen
1.
Het voorstel tot het nemen van een besluit, als bedoeld in artikel 19, eerste en tweede lid, en het besluit zelf worden medegedeeld aan burgemeester en wethouders van de gemeente ten laste van welke het onderhoud wordt gebracht; het voorstel tot het nemen van een besluit als bedoeld in artikel 19, derde, vierde en vijfde lid, en artikel 20 en het besluit zelf worden medegedeeld aan hen, die van onderhoud worden bevrijd en aan degenen, die ingevolge artikel 19, vierde lid, en artikel 20, derde lid, verplicht worden tot afkoopbare jaarlijksche uitkeeringen.
2.
De mededeeling aan bijzondere personen geschiedt bij aangeteekenden brief.
3.
Wanneer degene, aan wien mededeeling moet geschieden, geen bekende woonplaats binnen het Rijk in Europa heeft, en mede wanneer de onderhoudsplicht op grondstukken rust, kan met een mededeling als bedoeld in artikel 12 van de Bekendmakingswet worden volstaan, met dien verstande echter, dat wanneer degene, die geen bekende woonplaats binnen het Rijk in Europa heeft, een hier te lande aan het daarbij betrokken bestuur bekenden gemachtigde, die een aan dat bestuur bekende woonplaats heeft, heeft aangesteld, de mededeeling aan dien gemachtigde geschiedt.