Einde inhoudsopgave
Besluit activiteiten leefomgeving
Artikel 3.107 (aanwijzing vergunningplichtige gevallen: andere milieubelastende installatie en productieoppervlakte ten minste 2.000 m2)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
16-09-2020, Stb. 2020, 400 (uitgifte: 28-10-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
03-07-2018, Stb. 2018, 293 (uitgifte: 31-08-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Het verbod, bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, van de wet, om zonder omgevingsvergunning een milieubelastende activiteit te verrichten, geldt voor de milieubelastende activiteiten, bedoeld in artikel 3.103, voor zover het gaat om het exploiteren van een andere milieubelastende installatie voor het verwerken van metalen waarvan de productieoppervlakte daarvoor ten minste 2.000 m2 is:
- a.
door warmwalsen of koudwalsen, voor zover het smeltpunt van de metalen ten minste 800 K is en de dikte van het aangevoerde materiaal ten minste 1 mm is;
- b.
in een walsinstallatie of trekinstallatie voor het maken van profielmateriaal of stafmateriaal;
- c.
in een walsinstallatie, trekinstallatie of lasinstallatie voor het maken van metalen buizen;
- d.
door smeden voor het maken van ankers of kettingen; of
- e.
door het maken of schoonmaken van metalen ketels, vaten, tanks of containers.
2.
Het verbod geldt ook voor de milieubelastende activiteiten, bedoeld in artikel 3.103, voor zover het gaat om het exploiteren van een andere milieubelastende installatie voor het verwerken van metalen door het samenvoegen van plaatmaterialen, profielmaterialen, stafmaterialen of buismaterialen door smeden, klinken, lassen of monteren, waarvan de niet in een gesloten gebouw ondergebrachte productieoppervlakte daarvoor ten minste 2.000 m2 is.