HR, 12-03-2024, nr. 23/01619
ECLI:NL:HR:2024:348
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12-03-2024
- Zaaknummer
23/01619
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2024:348, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑03‑2024; (Cassatie, Beschikking)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2023:1146
- Vindplaatsen
Uitspraak 12‑03‑2024
Inhoudsindicatie
Beklag ex art. 98.4 jo. art. 552a Sv tegen beschikking RC ex art. 98.3 Sv over toelaatbaarheid beslag i.v.m. verschoningsrecht, na beslag ex 94 Sv op (digitale) stukken en gegevens onder onderneming waaraan klager verbonden is, t.z.v. verdenking van grootschalige fraude in voedselketen. Heeft Rb terecht geoordeeld dat beklag o.g.v. 98.4 Sv niet openstaat voor niet-verschoningsgerechtigde klager? Middel faalt. Dat brengt mee dat HR cassatieberoep van klager niet in behandeling kan nemen. Redenen staan vermeld in HR:2024:312. Klager n-o. Samenhang met 23/01615, 23/01617, 23/01618, 23/01620, 23/01621, 23/01622, 23/01625, 23/01626, 23/01627, 23/01628, 23/01632, 23/01633, 23/01634, 23/01635, 23/01636, 23/01639, 23/01640, 23/01641, 23/01642, 23/01643 en 23/01644.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 23/01619 Bv
Datum 12 maart 2024
BESCHIKKING
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de rechtbank Oost-Brabant, economische kamer, van 7 maart 2023, nummer RK 22/020754, op een klaagschrift als bedoeld in artikel 98 lid 4 in verbinding met artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend
door
[klager] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1981,
hierna: de klager.
1. Procesverloop in cassatie
Het beroep is ingesteld door de klager. Namens deze heeft Th.J. Kelder, advocaat te ‘s-Gravenhage, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad de klager niet-ontvankelijk zal verklaren in het ingestelde cassatieberoep.
2. Beoordeling van het cassatiemiddel en van de ontvankelijkheid van het beroep
2.1
Het cassatiemiddel klaagt over de beslissing van de rechtbank tot niet-ontvankelijkverklaring van het beklag.
2.2
Het cassatiemiddel is tevergeefs voorgesteld. Dit brengt mee dat de Hoge Raad het cassatieberoep van de klager niet in behandeling kan nemen. De redenen daarvoor staan vermeld in de beschikking die de Hoge Raad vandaag heeft uitgesproken in de zaak 23/01617 Bv, ECLI:NL:HR:2024:312.
3. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren A.L.J. van Strien en T. Kooijmans, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 maart 2024.