RAR 2018/99
Herroeping. Welke toetsingsmaatstaf moet worden aangelegd bij de beoordeling van een vordering tot herroeping wegens het achterhouden van stukken c.q. bedrog door de wederpartij?
HR 06-04-2018, ECLI:NL:HR:2018:509
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 april 2018
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, C.E. du Perron, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh; A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Zaaknummer
16/06022
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS929001:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Burgerlijk procesrecht / Overige rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:509, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑04‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:80, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑01‑2018
- Wetingang
Essentie
Herroeping. Loonvordering. Bonusregeling.
Welke toetsingsmaatstaf moet worden aangelegd bij de beoordeling van een vordering tot herroeping wegens het achterhouden van stukken c.q. bedrog door de wederpartij?
Samenvatting
Werknemer is in 1977 in dienst getreden bij (de rechtsvoorganger van) RBS. In 2002 is hij met onmiddellijke ingang ontheven van zijn functie. In 2004 heeft werknemer RBS gedagvaard en betaling gevorderd van een aantal bedragen ter zake van salaris, bonussen en schadevergoeding. Aanvankelijk is RBS veroordeeld tot betaling van € 750.000 bruto. In hoger beroep is dat vonnis vernietigd en is RBS veroordeeld tot betaling van een lager bedrag. Beide partijen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.