Einde inhoudsopgave
Uitvoeringswet Betekeningsverordening
Artikel 4a [Gerechtsdeurwaarder en rechtbank Den Haag aangewezen autoriteiten]
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2023
- Bronpublicatie:
15-03-2023, Stb. 2023, 95 (uitgifte: 27-03-2023, kamerstukken: 36152)
- Inwerkingtreding
01-05-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-04-2023, Stb. 2023, 128 (uitgifte: 21-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Internationaal privaatrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De gerechtsdeurwaarder aan wie de gerechtelijke of buitengerechtelijke stukken ter betekening of kennisgeving worden verzonden, wordt aangewezen als de autoriteit waarbij verzendende instanties als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de verordening verzoeken kunnen indienen overeenkomstig artikel 7 van de verordening tot het achterhalen van het adres van de persoon aan wie betekening of kennisgeving in Nederland moet worden gedaan. De deurwaarder kan een voorschot in rekening brengen voor de kosten van de betekening, alvorens de bijstand te verlenen.
2.
Indien het de rechtstreekse betekening of kennisgeving van gerechtelijke stukken betreft overeenkomstig artikel 18 van de verordening wordt de rechtbank Den Haag aangewezen als de in het eerste lid bedoelde autoriteit.