RCR 2014/44
Bevoegdhedenovereenkomst. Bestaan er klemmende bezwaren tegen toepassing van de regel van de formele rechtskracht bij een vordering tot nakoming van een mogelijke bevoegdhedenovereenkomst bij de civiele rechter?
HR 04-04-2014, ECLI:NL:HR:2014:812 (CVZ/Verzorgingshuizen, CVZ/Zorg groep Charim)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
4 april 2014
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, G. de Groot, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
13/00250
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- Roepnaam
CVZ/Verzorgingshuizen
CVZ/Zorg groep Charim
- JCDI
JCDI:ADS917949:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Bestuursbevoegdheden
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:812, Uitspraak, Hoge Raad, 04‑04‑2014
ECLI:NL:PHR:2013:1907, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 06‑12‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑12‑2012
- Wetingang
Titel 4.2 Awb
Essentie
Bevoegdhedenovereenkomst. Subsidiebeschikking. Formele rechtskracht.
Bestaan er klemmende bezwaren tegen toepassing van de regel van de formele rechtskracht bij een vordering tot nakoming van een mogelijke bevoegdhedenovereenkomst bij de civiele rechter?
Samenvatting
Het zelfstandig bestuursorgaan College voor Zorgverzekeringen (CVZ, opvolger van de Ziekenfondsraad) is belast met het verstrekken van subsidies aan verzorgingshuizen. CVZ had op 11 april 2000 een overleg met de overkoepelende organisatie van verzorgingshuizen van de provincie Utrecht, het Zorgkantoor Utrecht en de provincie Utrecht, waar werd afgesproken dat CVZ de tot en met 1998 door verzorgingshuizen opgebouwde investeringsreserves op individuele basis zal toewijzen aan verzorgingshuizen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.