Einde inhoudsopgave
RvdW 2014/1305
Middel klaarblijkelijk ongegrond.
HR 11-11-2014, ECLI:NL:HR:2014:3143
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 november 2014
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, V. van den Brink, E.S.G.N.A.I. van de Griend
- Zaaknummer
13/04649
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:3143, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑11‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:1964, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑09‑2014
Essentie
Middel klaarblijkelijk ongegrond.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, van 20 september 2013, nummer 24/002721-12, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv. mr. B.P.J. van Riel, te Arnhem.
Uitspraak
Hoge Raad:
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. B.P.J. van Riel, advocaat te Arnhem, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal G. Knigge heeft schriftelijk het standpunt ingenomen dat het cassatieberoep met toepassing van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.