JWB 2006/131
Kennelijke vergissing, dubbele strafbaarheid, uitlevering
HR 14-04-2006, ECLI:NL:PHR:2006:AU9724
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 april 2006
- Zaaknummer
C05/080HR
- LJN
AU9724
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
Juridische beroepen / Rechter
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AU9724, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑04‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AU9724, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑04‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑02‑2005
- Wetingang
Art. 14 lid 1 Europees Verdrag betreffende uitlevering; art. 12 lid 2 UW 1875; art. 81 RO
Essentie
Kennelijke vergissing, dubbele strafbaarheid, uitlevering
Samenvatting
Casus
De eiser tot cassatie is op Schiphol aangehouden om aan het Verenigd Koninkrijk te worden uitgeleverd. De rechter heeft de uitlevering toelaatbaar geacht voor de strafvervolging in het Verenigd Koninkrijk, toch niet voor de strafvervolging aldaar voor de invoer van diamorfine in het Verenigd Koninkrijk. De diamorfine komt niet op de lijsten bij de Opiumwet voor. De Britse autoriteiten hebben de minister van Justitie verzocht om een toestemming voor de strafvervolging inzake de invoer van de diamorfine alsnog te verlenen. De minister heeft de verzochte aanvullende toestemming verleend.
De eiser tot ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.