NJB 2013/742
Ontvankelijkheid prematuur bezwaar; toepassing art. 6:10 Awb. Enkele feit dat de Inspecteur in een controlerapport zijn (definitieve) standpunt over de nog op te leggen belastingaanslagen had ingenomen, kan bij een belastingplichtige niet redelijkerwijs de indruk hebben gewekt dat de desbetreffende belastingaanslagen zijn vastgesteld
HR 22-03-2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ5038
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 maart 2013
- Magistraten
Mrs. Overgaauw, Punt en Sterk
- Zaaknummer
11/05258
- LJN
BZ5038
- Vakgebied(en)
Bestuursprocesrecht / Hoger beroep
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
Fiscaal bestuursrecht / Bezwaarfase
Bestuursprocesrecht / Administratief beroep
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Bestuursprocesrecht / Beroep
Bestuursprocesrecht / Bezwaar
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑03‑2013
ECLI:NL:HR:2013:BZ5038, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑03‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑04‑2012
- Wetingang
(Awb art. 6:10)
Essentie
Ontvankelijkheid prematuur bezwaar; toepassing art. 6:10 Awb. Enkele feit dat de Inspecteur in een controlerapport zijn (definitieve) standpunt over de nog op te leggen belastingaanslagen had ingenomen, kan bij een belastingplichtige niet redelijkerwijs de indruk hebben gewekt dat de desbetreffende belastingaanslagen zijn vastgesteld
Uitspraak
Hoge Raad, onder meer:
‘3.1.1. Op 23 april 2009 heeft de Inspecteur aan belanghebbende een controlerapport toegezonden met bevindingen van een onderzoek dat door de belastingdienst is verricht naar de juistheid van eerder door belanghebbende gedane belastingaangiften. In de aanbiedingsbrief bij het controlerapport heeft de Inspecteur vermeld dat hij voornemens is overeenkomstig het vermelde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.