RBP 2019/2
Proceskostenveroordeling. Vormt een proceskostenveroordeling in eerste aanleg voldoende belang voor hoger beroep in een kortgedingprocedure?
HR 28-09-2018, ECLI:NL:HR:2018:1782
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 september 2018
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, M.V. Polak, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
17/03508
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- JCDI
JCDI:ADS930200:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1782, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑09‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑07‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:516, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑05‑2018
- Wetingang
Art. 3:303 BW
Essentie
Proceskostenveroordeling. Kort geding. Voldoende belang.
Is een proceskostenveroordeling in eerste aanleg voldoende belang voor hoger beroep in een kortgedingprocedure? Is een aanbod van de wederpartij om af te zien van inning van door haar gemaakte proceskosten in eerste aanleg en hoger beroep voldoende om belang aan een rechtsmiddel te ontnemen?
Samenvatting
Eiser c.s. hebben in kort geding verschillende vorderingen ingesteld die verband houden met het beleid van de gemeente voor vrijstelling van de leerplicht wegens richtingbezwaren. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen afgewezen en eiser c.s. veroordeeld in de proceskosten. In hoger beroep heeft het hof eiser c.s. niet-ontvankelijk ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.