Belastingblad 2023/408
Indiener van een WOZ-bezwaar is niet verplicht om aan te geven of hij vindt dat de WOZ-waarde te hoog of te laag is vastgesteld. Bezwaar voldoet aan de minimale vereisten van art. 6:5 Awb en is daardoor reeds ontvankelijk als aangegeven is dat de indiener het niet eens is met de vastgestelde WOZ-waarde.
HR 27-10-2023, ECLI:NL:HR:2023:1493, m.nt. F.J.H.L. Makkinga
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 oktober 2023
- Magistraten
Mrs. J. Wortel, M.T. Boerlage, A.E.H. van der Voort Maarschalk
- Zaaknummer
22/02801
- Noot
F.J.H.L. Makkinga
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS930833:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Bezwaarfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:1493, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑10‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑10‑2023
Essentie
Indiener van een WOZ-bezwaar is niet verplicht om aan te geven of hij vindt dat de WOZ-waarde te hoog of te laag is vastgesteld. Bezwaar voldoet aan de minimale vereisten van art. 6:5 Awb en is daardoor reeds ontvankelijk als aangegeven is dat de indiener het niet eens is met de vastgestelde WOZ-waarde.
Uitspraak
Arrest
in de zaak van
het DAGELIJKS BESTUUR VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK BELASTINGKANTOOR LOCOCENSUS-TRICIJN
tegen
[X] (hierna: belanghebbende)
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van de Rechtbank Overijssel van 8 juni 2022, nr. ZWO 21/1587, op het verzet van de heffingsambtenaar ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.