NJ 2020/241
IS-terrorisme: verwerven van kennis/vaardigheden cfm. art. 134a Sr.
HR 24-03-2020, ECLI:NL:HR:2020:449, m.nt. N. Keijzer
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
24 maart 2020
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, V. van den Brink, A.L.J. van Strien, M.J. Borgers, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
18/02548
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Noot
N. Keijzer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS204943:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:449, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 24‑03‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1255, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑12‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑08‑2019
- Wetingang
Art. 134a Sr
Essentie
IS-terrorisme: verwerven van kennis/vaardigheden cfm. art. 134a Sr.
Het hof kon oordelen dat de verdachte kennis en/of vaardigheden heeft verworven tot het plegen van een terroristisch misdrijf en/of een misdrijf ter voorbereiding en/of vergemakkelijking van een terroristisch misdrijf. Uit de bewijsvoering hoeft niet te blijken welke concrete kennis en/of vaardigheden daadwerkelijk is/zijn verworven.
Samenvatting
Art. 134a Sr ziet op gedragingen die in enig verband staan met een terroristische training. O.g.v. de wetsgeschiedenis moet training voor terrorisme in ruime zin worden verstaan als het opdoen of overbrengen van kennis of zich of een ander ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.