RAR 2022/37
Ontbindingsverzoek werknemer. Dienen bij een ontbindingsverzoek door werknemer alle omstandigheden in onderlinge samenhang of ieder op zich te worden bezien bij het beoordelen van de vraag naar billijke vergoeding?
HR 21-01-2022, ECLI:NL:HR:2022:63
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 januari 2022
- Magistraten
Mrs. G. de Groot, C.E. du Perron, H.M. Wattendorff, F.R. Salomons, G.C. Makkink
- Zaaknummer
20/04151
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS637554:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:63, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑01‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:752, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑07‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑12‑2020
- Wetingang
Art. 7:611, art. 7:671c lid 1 en lid 2 sub b, art. 7:673 lid 1 sub b BW
Essentie
Ontbinding arbeidsovereenkomst. Transitievergoeding. Billijke vergoeding. Ontbindingsverzoek werknemer. Slapend dienstverband.
Dienen bij een ontbindingsverzoek door werknemer alle omstandigheden in onderlinge samenhang of ieder op zich te worden bezien bij het beoordelen van de vraag naar billijke vergoeding? Mag werkgever de voorwaarde van finale kwijting stellen aan een Xella-verzoek door werknemer?
Samenvatting
Werknemer is als juridisch secretaresse sinds eind 1996 in dienst van werkgever, een advocatenkantoor. Begin juni 2015 heeft zij zich ziek gemeld. Eind mei 2017 is de loondoorbetalingsplicht van werkgever geëindigd. Medio november 2019 heeft werknemer voorgesteld het slapende dienstverband met wederzijds goedvinden te beëindigen onder toekenning van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.