TRA 2023/53
De stelplicht- en bewijslastverdeling bij een loonvordering wegens overuren.
HR 10-02-2023, ECLI:NL:HR:2023:193, m.nt. mr. F.M. Dekker
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 februari 2023
- Zaaknummer
21/05378
- Noot
mr. F.M. Dekker
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS698897:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:193, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑02‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:914, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑10‑2022
- Wetingang
Art. 150 Rv
Essentie
De stelplicht- en bewijslastverdeling bij een loonvordering wegens overuren.
Uitspraak
Feiten
De werknemer is bij de werkgever in dienst als chauffeur. Op de arbeidsovereenkomst is de CAO voor het Beroepsgoederenvervoer over de weg en de verhuur van mobiele kranen (hierna: de cao) van toepassing. Ingevolge die cao moet de werknemer de gewerkte uren bijhouden op een urenstaat en deze bij de werkgever inleveren. Na controle ontvangt de werknemer een door de werkgever voor akkoord ondertekend exemplaar terug. Maakt de werknemer niet binnen drie maanden bezwaar tegen de geretourneerde urenstaat, dan geldt die vanaf dat moment als bewijs.
De ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.