RvdW 2013/90
Verplichting tot schadevergoeding; begroting schade; maatstaf; vergoeding herstelkosten ingeval nieuwe toestand geen achteruitgang inhoudt ten opzichte van oude toestand?; tijdstip berekening omvang schade; omstandigheden die zich na het lijden van de schade voordoen.
HR 11-01-2013, ECLI:NL:HR:2013:BX9830 (Griffioen/De Groot)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 januari 2013
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, J.C. van Oven, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, C.E. Drion
- Zaaknummer
12/00241
- Conclusie
A-G mr. J. Spier
- LJN
BX9830
- Roepnaam
Griffioen/De Groot
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:BX9830, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑01‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:BX9830, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑10‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑12‑2011
- Wetingang
art. 6:97 BW
Essentie
Verplichting tot schadevergoeding; begroting schade; maatstaf; vergoeding herstelkosten ingeval nieuwe toestand geen achteruitgang inhoudt ten opzichte van oude toestand?; tijdstip berekening omvang schade; omstandigheden die zich na het lijden van de schade voordoen.
In beginsel dient de schadevergoeding de benadeelde zoveel mogelijk in de toestand te brengen waarin hij zou hebben verkeerd indien de schadeveroorzakende gebeurtenis zou zijn uitgebleven, hetgeen meebrengt dat de omvang van de schade wordt bepaald door een vergelijking van de toestand zoals deze in werkelijkheid is met de toestand zoals die (vermoedelijk) zou zijn geweest indien het schadeveroorzakende feit niet zou hebben plaatsgevonden. Als ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.