NJ 2015/471
Wijziging tenlastelegging in zaak waarin aanvankelijk een strafbeschikking is uitgevaardigd. Grenzen van art. 68 Sr blijven bepalend.
HR 10-11-2015, ECLI:NL:HR:2015:3249, m.nt. Redactionele aantekening
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
10 november 2015
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, E.S.G.N.A.I. van de Griend, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
14/02961
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS124110:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3249, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑11‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:2235, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑09‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑04‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑04‑2015
- Wetingang
Art. 257e lid 8, 257f lid 3, 313 Sv; art. 68 Sr
Essentie
De aan het middel ten grondslag liggende opvatting dat een op de voet van art. 257f, derde lid, in verbinding met art. 313 Sv voorgestelde wijziging van de tenlastelegging in een zaak waarin aanvankelijk een strafbeschikking is uitgevaardigd beperkt dient te blijven tot wijzigingen van ondergeschikte dan wel redactionele aard, vindt geen steun in het recht. Bepalend is of de grenzen van art. 68 Sr in acht zijn genomen.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 3 juni 2014, nummer 22/003562-13, in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.