BNB 2017/156
Belastingconstructie Credit Suisse. Renteaftrekbeperking in verband met winstdrainage. Toepassing tegenbewijsregeling bij (indirect) externe lening
HR 21-04-2017, ECLI:NL:HR:2017:640, m.nt. O.C.R. Marres
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 april 2017
- Magistraten
Mrs. Feteris, Overgaauw, Van den Berge, Van Loon, Van Hilten
- Zaaknummer
16/03669
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
O.C.R. Marres
- JCDI
JCDI:ADS926904:1
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Fiscaal bestuursrecht / Fraus legis en richtige heffing
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:640, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑04‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:52, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 26‑01‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑09‑2016
- Wetingang
Art. 10a lid 1 en 3 Wet VPB 1969
Essentie
Belastingconstructie Credit Suisse. Renteaftrekbeperking in verband met winstdrainage. Toepassing tegenbewijsregeling bij (indirect) externe lening
Samenvatting
Belanghebbende maakt deel uit van een internationaal bankenconcern. In 2008 had belanghebbende een schuld aan de in Londen gevestigde vaste inrichting van een Zwitsers concernvennootschap (X London Branch). X London Branch heeft daartoe bij derden geld aangetrokken. De geleende gelden zijn door belanghebbende aangewend voor rechtshandelingen als bedoeld in art. 10a lid 1 Wet VPB 1969 (winstdrainage). De aldus aangewende gelden zijn uiteindelijk als vreemd vermogen ter beschikking gekomen bij een in het Verenigd Koninkrijk gevestigde concernvennootschap. Belanghebbende heeft de door ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.