Prg. 2009, 196
Het gedurende ziekte toestaan — en afboeken — van vakantie van werkneemster wordt in strijd met art. 7:611 BW alsmede onredelijk en onbillijk geoordeeld, aangezien werkgeefster heeft nagelaten die vakantieperiode als in de Richtlijn 2003/88 EG bedoelde jaarlijkse vakantie vast te stellen.
Rb. Utrecht 14-10-2009, ECLI:NL:RBUTR:2009:BK0017
- Instantie
Rechtbank Utrecht
- Datum
14 oktober 2009
- Magistraten
Mr. R. in 't Veld
- Zaaknummer
602188 UC EXPL 08-16665 LH
- LJN
BK0017
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBUTR:2009:BK0017, Uitspraak, Rechtbank Utrecht, 14‑10‑2009
- Wetingang
BW art. 7:611, 634, 635 lid 4, 637 lid 2, 638; Richtlijn 2003/88 EG
Essentie
Arbeidsovereenkomstenrecht. Recht op vakantie. Vakantie tijdens ziekte. Mag een werkgever vakantieopname tijdens ziekte — met toestemming bedrijfsarts en conform de CAO — afboeken als opgenomen vakantie?
Ja, doch dan dient die vakantie te worden aangemerkt als opname van de minimale vakantie in de zin van het recht daarop als bepaald in Richtlijn 2003/88 EG.
Samenvatting
Werkneemster vordert betaling van vergoeding voor 44 niet opgenomen vakantiedagen gedurende haar ziekteperiode 1 mei 2006 tot 1 november 2007 en de vakantieopbouw van 14 dagen in de laatste zes maanden voorafgaand aan het einde van haar arbeidsovereenkomst. Ook vordert zij betaling van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.