V-N 2015/16.6
Eigen maatstaven belastingrechter bij beoordeling bruikbaarheid bewijsmateriaal
HR 20-03-2015, ECLI:NL:HR:2015:643, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 maart 2015
- Magistraten
Feteris, Schaap, Fierstra, Groeneveld, Wortel
- Zaaknummer
13/03959
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- JCDI
JCDI:ADS920465:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:643, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑03‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑03‑2015
ECLI:NL:PHR:2014:521, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑05‑2014
- Wetingang
art. 6 EVRM
Essentie
De Hoge Raad blijft bij zijn opvatting dat bewijsmateriaal dat door de strafrechter als onrechtmatig verkregen is aangemerkt, in principe wel mag worden gebruikt als bewijsmateriaal voor de belastingheffing en boeteoplegging.
Samenvatting
X en zijn echtgenote ontvangen een bijstandsuitkering. X wordt verdacht van valsemunterij en heling. De strafrechter van Rechtbank Rotterdam spreekt X vrij omdat het bewijs tegen X (via infiltranten) op onrechtmatige wijze is verkregen. Hof Amsterdam oordeelt dat de inspecteur dit strafrechtelijk onbruikbare bewijs wel mag gebruiken in de fiscale procedure voor het opleggen van navorderingsaanslagen IB/PVV en vergrijpboetes.
De Hoge Raad blijft bij zijn ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.