BNB 2018/99
Navorderingstermijn erfbelasting/successierecht. Navordering over nalatenschappen van vóór 1985 niet meer mogelijk
HR 23-02-2018, ECLI:NL:HR:2018:258, m.nt. E.B. Pechler
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 februari 2018
- Magistraten
Mrs. Fierstra, Wortel, Beukers-van Dooren1.
- Zaaknummer
17/00649
17/00645
17/00646
- Conclusie
A-G IJzerman
- Noot
E.B. Pechler
- JCDI
JCDI:ADS928838:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Fiscaal bestuursrecht / Aanslag
Schenk- en erfbelasting / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Schenk- en erfbelasting (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:256, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑02‑2018
ECLI:NL:HR:2018:257, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑02‑2018
ECLI:NL:HR:2018:258, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑02‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:1460, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 21‑12‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑02‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑02‑2017
- Wetingang
Art. 66 Successiewet 1956
Essentie
Navorderingstermijn erfbelasting/successierecht. Navordering over nalatenschappen van vóór 1985 niet meer mogelijk
Samenvatting
Belanghebbende is samen met anderen erfgenaam van een in 1981 overleden erflater. Bij de in 1982 gedane aangifte voor het recht van successie is geen melding gemaakt van door erflater in het buitenland aangehouden vermogen. Naar aanleiding van een melding van het buitenlands vermogen in december 2011 is aan belanghebbende een navorderingsaanslag in het recht van successie opgelegd. Het Hof heeft geoordeeld dat navordering slechts mogelijk was binnen twaalf jaar na het overlijden, zodat de bevoegdheid tot navorderen is vervallen.
HR: Het cassatiemiddel stelt dat op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.