NJB 2018/1199
Billijke vergoeding. Ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. Materiële schade. Hoge Raad: De in de New Hairstyle-beschikking geformuleerde (niet-limitatieve) gezichtspunten lenen zich ook voor toepassing in het geval dat de billijke vergoeding is gegrond op art. 7:671c lid 2 aanhef en onder b BW. Het hof heeft kennelijk en niet onbegrijpelijk aangenomen dat de werkneemster geen materiële schade heeft geleden. Het ligt in de rede dat het hof daarmee rekening heeft gehouden bij het bepalen van de hoogte van de billijke vergoeding. Het hof behoefde niet in te gaan op de afwijking van het door de kantonrechter vastgestelde bedrag
HR 08-06-2018, ECLI:NL:HR:2018:878
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 juni 2018
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. Snijders, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
17/02121
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:878, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑06‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:185, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑02‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑07‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑04‑2017
- Wetingang
(art. 7:671c lid 2 aanhef en onder b, art. 7:681 lid 1 aanhef en onder a BW)
Essentie
Billijke vergoeding. Ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. Materiële schade. Hoge Raad: De in de New Hairstyle-beschikking geformuleerde (niet-limitatieve) gezichtspunten lenen zich ook voor toepassing in het geval dat de billijke vergoeding is gegrond op art. 7:671c lid 2 aanhef en onder b BW. Het hof heeft kennelijk en niet onbegrijpelijk aangenomen dat de werkneemster geen materiële schade heeft geleden. Het ligt in de rede dat het hof daarmee rekening heeft gehouden bij het bepalen van de hoogte van de billijke vergoeding. Het hof behoefde niet in te gaan op de afwijking van het door de kantonrechter ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.