Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 met nadere regels betreffende een aantal bepalingen van het douanewetboek van de Unie
Artikel 20 bis Beheer van beschikkingen betreffende bindende waarde-inlichtingen
Geldend
Geldend vanaf 05-05-2024
- Bronpublicatie:
25-01-2024, PbEU L 2024, 2024/1072 (uitgifte: 15-04-2024, regelingnummer: 2024/1072)
- Inwerkingtreding
05-05-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-01-2024, PbEU L 2024, 2024/1072 (uitgifte: 15-04-2024, regelingnummer: 2024/1072)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Douane (V)
(Artikel 35 van het wetboek)
1.
In de volgende gevallen verliest een BWI-beschikking haar geldigheid vóór het einde van de in artikel 18 bis, lid 3, bedoelde periode:
- a)
indien de vaststelling van een juridisch bindende handeling van de Unie ertoe leidt dat een BWI-beschikking niet aan de bepalingen van die handeling voldoet, vanaf de datum van inwerkingtreding van die handeling;
- b)
indien een BWI-beschikking niet langer verenigbaar is met artikel VII van de Overeenkomst betreffende tarieven en handel, de Overeenkomst inzake de toepassing van artikel VII van de Algemene Overeenkomst betreffende tarieven en handel 1994 (WTO-overeenkomst inzake de douanewaarde) of met de besluiten die voor de interpretatie van die overeenkomst zijn vastgesteld door het Comité douanewaarde, met ingang van de datum van bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
2.
BWI-beschikkingen verliezen hun geldigheid niet met terugwerkende kracht.
3.
In afwijking van artikel 23, lid 3, en artikel 27 van het wetboek worden BWI-beschikkingen nietig verklaard indien zij op grond van onjuiste of onvolledige gegevens van de aanvrager zijn gegeven.
4.
BWI-beschikkingen worden ingetrokken overeenkomstig artikel 23, lid 3, en artikel 28 van het wetboek.
5.
De douaneautoriteiten trekken BWI-beschikkingen in wanneer zij niet langer verenigbaar zijn met een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie, met ingang van de datum van bekendmaking van het dictum van het arrest in het Publicatieblad van de Europese Unie.
6.
Wanneer een BWI-beschikking haar geldigheid verliest overeenkomstig lid 1, of wordt ingetrokken overeenkomstig de leden 4 of 5, mag de BWI-beschikking nog steeds worden gebruikt in het kader van bindende, op de beschikking gebaseerde contracten die al waren gesloten voordat de beschikking haar geldigheid verloor of werd ingetrokken.
Het in de eerste alinea bedoelde verlengde gebruik beloopt ten hoogste zes maanden vanaf de datum waarop de BWI- beschikking haar geldigheid verliest of wordt ingetrokken.
Om voor verlengd gebruik van een BWI-beschikking in aanmerking te komen, dient de houder van de beschikking bij de douaneautoriteit die de beschikking heeft afgegeven, binnen 30 dagen nadat zij haar geldigheid verliest of ingetrokken wordt, een aanvraag in onder vermelding van de hoeveelheden waarvoor om een periode van verlengd gebruik wordt verzocht, alsmede van de lidstaat of lidstaten waarin de goederen waarvoor het verlengd gebruik geldt, worden ingeklaard. De douaneautoriteit neemt een besluit over het verlengd gebruik en stelt de houder onverwijld doch uiterlijk binnen 30 dagen na de datum waarop de douaneautoriteiten alle voor de beschikking benodigde inlichtingen hebben ontvangen, daarvan in kennis.
7.
De Commissie stelt de douaneautoriteiten daarvan in kennis indien:
- a)
er een schorsing geldt ten aanzien van het afgeven van BWI-beschikkingen voor goederen waarvan de correctheid en uniformiteit van de douanewaardebepaling niet gegarandeerd zijn, of
- b)
de in punt a) bedoelde schorsing is ingetrokken.