Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 1408/2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de landbouwsector
Artikel 2 Definities
Geldend
Geldend van 25-10-2023 tot 01-01-2028
- Bronpublicatie:
04-10-2023, PbEU 2023, 2023/2391 (uitgifte: 05-10-2023, regelingnummer: 2023/2391)
- Inwerkingtreding
25-10-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-10-2023, PbEU 2023, 2023/2391 (uitgifte: 05-10-2023, regelingnummer: 2023/2391)
- Vakgebied(en)
Mededingingsrecht / Algemeen
Agrarisch recht (V)
1.
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
- a)
‘landbouwproducten’: de in bijlage I bij het Verdrag vermelde producten, met uitzondering van de visserij- en aquacultuurproducten die onder Verordening (EU) nr. 1379/2013 van het Europees Parlement en de Raad (1) vallen;
- b)
‘primaire productie van visserij- en aquacultuurproducten’: alle handelingen in verband met de visserij, de kweek of de teelt van aquatische organismen, alsmede activiteiten op het landbouwbedrijf of aan boord die nodig zijn om een dier of plant klaar te maken voor de eerste verkoop, met inbegrip van snijden, fileren of invriezen, en de eerste verkoop aan wederverkopers of verwerkers.
2.
‘Eén onderneming’ omvat, voor de toepassing van deze verordening, alle ondernemingen die ten minste één van de volgende banden met elkaar onderhouden:
- a)
één onderneming heeft de meerderheid van de stemrechten van de aandeelhouders of vennoten van een andere onderneming;
- b)
één onderneming heeft het recht de meerderheid van de leden van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van een andere onderneming te benoemen of te ontslaan;
- c)
één onderneming heeft het recht een overheersende invloed op een andere onderneming uit te oefenen op grond van een met die onderneming gesloten overeenkomst of een bepaling in de statuten van laatstgenoemde onderneming;
- d)
één onderneming die aandeelhouder of vennoot is van een andere onderneming, heeft op grond van een met andere aandeelhouders of vennoten van die andere onderneming gesloten overeenkomst als enige zeggenschap over de meerderheid van de stemrechten van de aandeelhouders of vennoten van laatstgenoemde onderneming.
Ondernemingen die via één of meer andere ondernemingen één van de in de eerste alinea, onder a) tot en met d), bedoelde banden onderhouden, worden ook als één onderneming beschouwd.
3.
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ‘productsector’: een sector als genoemd in artikel 1, lid 2, onder a) tot en met w), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad (2).
4.
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ‘sectoraal maximum’: een maximaal cumulatief steunbedrag dat van toepassing is op steunmaatregelen die slechts één enkele productsector ten goede komen, en dat overeenkomt met 50 % van het maximumbedrag van de per lidstaat verleende de-minimissteun als vastgesteld in bijlage II.
Voetnoten
Verordening (EU) nr. 1379/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 houdende een gemeenschappelijke marktordening voor visserijproducten en aquacultuurproducten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1184/2006 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 104/2000 van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 1).
Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671).