NJB 2013/1623
Gemotiveerde toepassing art. 80a RO door Hoge Raad, terwijl de A-G tot vernietiging en terugwijzing concludeert. In casu doet zich het geval voor dat niet alle onderdelen van de bewezenverklaring uit de gebezigde bewijsmiddelen kunnen worden afgeleid, maar een nieuwe behandeling van de zaak niet tot een andere uitkomst ten aanzien van de bewezenverklaring zal leiden.
HR 11-06-2013, ECLI:NL:HR:2013:CA2547
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 juni 2013
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, N. Jörg en V. van den Brink
- Zaaknummer
11/05190
- LJN
CA2547
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Juridische beroepen / Rechter
Bijzonder strafrecht / Algemeen
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:CA2547, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑06‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:CA2547, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑04‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑11‑2012
- Wetingang
(RO art. 80a)
Essentie
Gemotiveerde toepassing art. 80a RO door Hoge Raad, terwijl de A-G tot vernietiging en terugwijzing concludeert. In casu doet zich het geval voor dat niet alle onderdelen van de bewezenverklaring uit de gebezigde bewijsmiddelen kunnen worden afgeleid, maar een nieuwe behandeling van de zaak niet tot een andere uitkomst ten aanzien van de bewezenverklaring zal leiden.
Uitspraak
Inleiding:
Verdachte is – kort gezegd – veroordeeld wegens het met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening wegnemen een ladder (feit 1), en voorts omdat hij: opzettelijk enige handelingen ter uitvoering van enig wettelijk voorschrift ondernomen door [verbalisant 1], inspecteur van politie die was ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.