NJ 2013/370
Gebruik voor het bewijs van verklaring van beperkt anonieme getuige niet gemotiveerd.
HR 18-06-2013, ECLI:NL:HR:2013:CA3300
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 juni 2013
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, Y. Buruma, J. Wortel, V. van den Brink
- Zaaknummer
11/04478
- Conclusie
A-G mr. A.J. Machielse
- Noot
Red. Aant.
- LJN
CA3300
- JCDI
JCDI:ADS161695:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:CA3300, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑06‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:CA3300, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑02‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑09‑2012
- Wetingang
Essentie
Nu uit de bestreden uitspraak volgt dat de personalia van de getuige wiens verklaring het hof als bewijsmiddel heeft gebruikt, bij de politie en de rechter-commissaris bekend waren is geen sprake van "een persoon wiens identiteit niet blijkt" als bedoeld in art. 344a, derde lid, Sv (vgl. HR 12 mei 2009, LJN BG6608, NJ 2009/239). De desbetreffende getuige is, in aanwezigheid van de raadsman, door de rechter-commissaris gehoord op de voet van art. 190, tweede lid, Sv, maar het hof heeft verzuimd overeenkomstig het bepaalde in art. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.