RAV 2019/50
Bestuurders- en concernaansprakelijkheid. Wat is de betekenis van stellingen die zijn aangevoerd in verband met een in hoger beroep niet-gehandhaafde grondslag voor aansprakelijkheid?
HR 19-04-2019, ECLI:NL:HR:2019:640
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 april 2019
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak, M.J. Kroeze, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
18/01190
- Conclusie
A-G mr. T. Hartlief
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS68029:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:640, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑04‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:138, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 15‑02‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑03‑2018
- Wetingang
Art. 6:162 BW
Essentie
Bestuurders- en concernaansprakelijkheid. Motiveringsklachten.
Wat is de betekenis van stellingen die zijn aangevoerd in verband met een in hoger beroep niet-gehandhaafde grondslag voor aansprakelijkheid?
Samenvatting
Verweerder in cassatie 1 is enig bestuurder en enig aandeelhouder van RIS. RIS is op haart beurt enig bestuurder en enig aandeelhouder van Xando Trade en van Xando (verweerster in cassatie 3). Xando is enig aandeelhouder van drie werkmaatschappijen, waaronder Xando Nijmegen. Van deze drie werkmaatschappijen is RIS bestuurder.
Xando Nijmegen heeft op 1 januari 2009 een pand gehuurd in Nijmegen van Jobatrust dat zij in gebruik heeft genomen als winkelruimte. In ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.