HR, 16-11-2010, nr. 09/00017 B
ECLI:NL:HR:2010:BN8214
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16-11-2010
- Zaaknummer
09/00017 B
- Conclusie
Mr. Vellinga
- LJN
BN8214
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2010:BN8214, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑11‑2010; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BN8214
ECLI:NL:PHR:2010:BN8214, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑09‑2010
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2010:BN8214
- Vindplaatsen
Uitspraak 16‑11‑2010
Inhoudsindicatie
Beklag beslag. De Rb heeft de beschikking niet ex art. 24.1 Sv in het openbaar uitgesproken. HR doet wat de Rb had behoren te doen.
16 november 2010
Strafkamer
Nr. 09/00017 B
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank te Amsterdam van 23 december 2008, nummer RK 08/6262, op een klaagschrift als bedoeld in art. 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door:
[Klager], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1968, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de klager. Namens deze heeft mr. B.P. de Boer, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van het middel
2.1. Het middel klaagt dat de beschikking niet in het openbaar is uitgesproken.
2.2. Uit de op de voet van art. 447, tweede lid, Sv aan de Hoge Raad gezonden stukken blijkt niet dat de beschikking overeenkomstig art. 24, eerste lid, Sv in het openbaar is uitgesproken, zodat het ervoor moet worden gehouden dat dit niet is geschied.
2.3. De Hoge Raad zal doen wat de Rechtbank had behoren te doen en zelf de beschikking ter openbare terechtzitting uitspreken.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren W.M.E. Thomassen en M.A. Loth, in bijzijn van de waarnemend griffier S.C. Rusche, in raadkamer en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 november 2010.
Conclusie 21‑09‑2010
Mr. Vellinga
Partij(en)
Conclusie inzake:
[Klager]
1.
De Rechtbank te Amsterdam heeft bij beschikking van 23 december 2008 klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag, strekkende tot teruggave aan klager van één hond en negen katten.
2.
Tegen deze beschikking is door klager op 5 januari 2009 beroep in cassatie ingesteld.
3.
Namens verdachte heeft mr. B.P. de Boer, advocaat te Amsterdam, één middel van cassatie voorgesteld.
4.
Het middel behelst de klacht dat de bestreden beschikking niet in het openbaar is uitgesproken.
5.
Art. 552a, zesde lid, Sv bepaalt dat de behandeling van het klaagschrift door de raadkamer plaatsvindt in het openbaar. Ingevolge art. 24, eerste lid, Sv moet dan de beschikking in het openbaar worden uitgesproken. Deze voorschriften zijn van zodanig wezenlijke betekenis dat — wat betreft de behandeling behoudens toepassing van art. 22, tweede en derde lid, Sv — de niet-naleving daarvan tot nietigheid van de behandeling en de beschikking leidt (HR 19 december 2006, LJN AZ1667).
6.
Het proces-verbaal van de behandeling van de raadkamer van 16 december 2008 houdt in dat de behandeling in het openbaar heeft plaatsgevonden en dat de beslissing zal worden uitgesproken in openbare raadkamer van 23 december 2008. De bestreden beschikking houdt niet in dat deze in het openbaar is uitgesproken maar wel dat de beslissing is gegeven op 23 december 2008. Een en ander brengt mee dat het ervoor moet worden gehouden dat de bestreden beschikking in het openbaar is uitgesproken.
7.
Het middel faalt en kan worden afgedaan met de in art. 81 RO bedoelde motivering.
8.
Gronden waarop de Hoge Raad gebruik zou moeten maken van zijn bevoegdheid de bestreden uitspraak ambtshalve te vernietigen heb ik niet aangetroffen. Deze conclusie strekt tot verwerping van het beroep.
De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG