Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafvordering BES
Artikel 333
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van het Wetboek van Strafvordering van de Nederlandse Antillen, zoals gewijzigd bij de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (17-05-2010, Stb. 350) en de Aanpassingsregeling BES-wetten (28-09-2010, Stcrt. 15040). Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
27-09-2010, Stb. 2010, 529 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Algemeen
1.
Indien een getuige verdacht wordt zich op de terechtzitting aan het misdrijf van meineed te hebben schuldig gemaakt, kan het Hof ambtshalve, op de vordering van de procureur-generaal of op het verzoek van de verdachte dienaangaande onderzoek bevelen, zonodig met schorsing van het onderzoek op de terechtzitting.
2.
In dat geval wordt door de griffier dadelijk een proces-verbaal opgemaakt en dit door de voorzitter, de rechters, en hemzelf ondertekend. Het proces-verbaal bevat de afgelegde verklaring van de getuige.
3.
De verklaring van de getuige wordt hem voorgelezen; daarna wordt hem gevraagd, of hij bij zijn verklaring blijft volharden, in welk geval deze door hem wordt ondertekend. Bij gebreke van ondertekening vermeldt het proces-verbaal de weigering of de reden van verhindering.
4.
Het Hof kan daarop het instellen van een gerechtelijk vooronderzoek bevelen, in te stellen door de rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken. Het kan in dat geval tevens, indien daartoe de voorwaarden en de gronden aanwezig zijn, de gevangenneming bevelen.
5.
Het proces-verbaal wordt door het Hof in handen gesteld van de officier van justitie.