Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 1717/2006 tot invoering van een stabiliteitsinstrument
Artikel 16 Bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap
Geldend
Geldend vanaf 14-12-2006
- Bronpublicatie:
15-11-2006, PbEU 2006, L 327 (uitgifte: 24-11-2006, regelingnummer: 1717/2006)
- Inwerkingtreding
14-12-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-11-2006, PbEU 2006, L 327 (uitgifte: 24-11-2006, regelingnummer: 1717/2006)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
Alle overeenkomsten die uit deze verordening voortvloeien, dienen bepalingen te bevatten ter bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap, met name ten aanzien van fraude, corruptie en andere onregelmatigheden, overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad van 18 december 1995 betreffende de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen (1), Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden (2) en Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) (3).
2.
De in lid 1 bedoelde overeenkomsten dienen uitdrukkelijk te bepalen dat de Commissie en de Rekenkamer het recht hebben om op basis van documenten of ter plaatse auditcontroles uit te voeren bij alle contractanten en subcontractanten die middelen van de Gemeenschap hebben ontvangen. Voorts dienen zij de Commissie er uitdrukkelijk toe te machtigen controles en verificaties ter plaatse uit te voeren, overeenkomstig Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96.
3.
Alle overeenkomsten die voortvloeien uit de uitvoering van de hulp dienen het in lid 2 bedoelde recht van de Commissie en de Rekenkamer te waarborgen, zowel tijdens als na de uitvoering van de overeenkomst.