Einde inhoudsopgave
Regeling groenprojecten buitenland 2002
Artikel 10 [Geldigheidsduur en inhoud groenverklaring]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2019
- Bronpublicatie:
31-12-2018, Stcrt. 2018, 72059 (uitgifte: 31-12-2018, regelingnummer: IZV 2018-0000208765)
- Inwerkingtreding
01-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-12-2018, Stcrt. 2018, 72059 (uitgifte: 31-12-2018, regelingnummer: IZV 2018-0000208765)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Loonbelasting (V)
1.
De verklaring kan maximaal negen maanden na afgifte van de verklaring in werking treden en wordt voor geen langere periode dan voor verwachtte[lees: de verwachte] levensduur van het project en de duur van ten hoogste tien jaren afgegeven.
2.
De verklaring kan slechts worden afgegeven voor een bedrag van ten hoogste € 9.075.604 per project.
3.
De verklaring vermeldt de aard van het project, het projectvermogen, de kredietinstelling of de beleggingsinstelling op wiens aanvraag de verklaring wordt afgegeven, de naam van de projectbeheerder, de voorwaarden die op de verklaring van toepassing zijn en de periode waarvoor de verklaring geldt.
4.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat beslist in overeenstemming met de Minister van Financiën en na overleg met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking op een aanvraag binnen acht weken na de indiening ervan.
5.
Een afschrift van de verklaring wordt gezonden aan de projectbeheerder en aan de Inspecteur van de Belastingdienst/Grote Ondernemingen Amsterdam.