Einde inhoudsopgave
Regeling groenprojecten buitenland 2002
Artikel 6 [Aanvraag groenverklaring]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2019
- Bronpublicatie:
31-12-2018, Stcrt. 2018, 72059 (uitgifte: 31-12-2018, regelingnummer: IZV 2018-0000208765)
- Inwerkingtreding
01-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-12-2018, Stcrt. 2018, 72059 (uitgifte: 31-12-2018, regelingnummer: IZV 2018-0000208765)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Loonbelasting (V)
1.
Een verklaring kan slechts worden aangevraagd door en afgegeven aan:
- a.
een kredietinstelling als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, onder 1°, van de Wet toezicht kredietwezen 1992 die is ingeschreven in het register, bedoeld in artikel 52 van die wet, of
- b.
een beleggingsinstelling die is ingeschreven in het register, bedoeld in artikel 18 van de Wet toezicht beleggingsinstellingen.
2.
De aanvraag voor een verklaring dient te worden ingediend bij de Minister van Infrastructuur en Waterstaat.
3.
Een verklaring kan slechts worden afgegeven indien de aanvraag is geschied met gebruikmaking van een formulier dat door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat op aanvraag beschikbaar wordt gesteld.
4.
Een verklaring kan slechts worden afgegeven indien de nadere gegevens die van belang zijn voor de beoordeling van het project binnen de door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat te stellen periode worden verstrekt.
5.
Een verklaring wordt slechts afgegeven indien na een door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat gedaan verzoek een accountantsverklaring wordt overgelegd waaruit de juistheid of de aannemelijkheid van de in de aanvraag vermelde gegevens of overige relevante gegevens blijkt.
6.
Voor projecten waarvoor reeds eerder een verklaring is afgegeven, kan een nieuwe aanvraag eerst drie jaar voor de afloop van de geldende verklaring worden ingediend.