JWB 2002/84
Procesrecht, goede procesorde, gedekt verweer
HR 22-02-2002, ECLI:NL:HR:2002:AD9328
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 februari 2002
- Zaaknummer
C00/015HR
- LJN
AD9328
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Juridische beroepen / Rechter
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2002:AD9328, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑02‑2002
ECLI:NL:HR:2002:AD9328, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑02‑2002
- Wetingang
Art. 2:203 BW; art. 134 lid 2 Rv; art. 277 lid 2 Rv; art. 348 Rv; art. 81 RO
Essentie
Procesrecht, goede procesorde, gedekt verweer
Samenvatting
Casus
De eiseres tot cassatie heeft de verweerders in cassatie gedagvaard voor de rechter en gevorderd de verweerders te veroordelen tot betaling van NLG 29.899,23, vermeerderd met de contractuele rente. De verweerders hebben de vordering bestreden en in reconventie gevorderd de eiseres te veroordelen tot betaling van NLG 29.893,08, vermeerderd met de wettelijke rente. De eiseres heeft de reconventionele vordering bestreden.
Rechtsvraag
In cassatie staat de vraag centraal of de verweerders in cassatie door hun houding in de eerste instantie niet het beroep op art. 2:203 BW hebben prijsgegeven.