Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Kroatië inzake sociale zekerheid
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2000
- Bronpublicatie:
06-04-2000, Trb. 2000, 33 (uitgifte: 06-04-2000, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-10-2000
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-09-2000, Trb. 2000, 109 (uitgifte: 01-01-2000, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationale sociale zekerheid / Algemeen
1.
Voor de toepassing van dit Verdrag wordt verstaan onder:
- a.
‘Kroatië’: de Republiek Kroatië, en onder ‘Nederland’: het Koninkrijk der Nederlanden;
- b.
‘grondgebied’:
met betrekking tot Kroatië: het grondgebied van de Republiek Kroatië;
met betrekking tot Nederland: het grondgebied van het Koninkrijk in Europa;
- c.
‘onderdaan’: wat Kroatië betreft, een persoon met de nationaliteit van de Republiek Kroatië en wat Nederland betreft, een persoon met de Nederlandse nationaliteit;
- d.
‘werknemer’: een persoon die in dienstbetrekking staat tot een werkgever alsmede ieder die krachtens de toegepaste wetgeving wordt aangemerkt als werknemer;
- e.
‘Wetgeving’: de wetten, voorschriften en regelingen die betrekking hebben op de in artikel 2 bedoelde stelsels en takken van sociale zekerheid;
- f.
‘bevoegde autoriteit’:
met betrekking tot Kroatië: de minister van Arbeid en Sociaal Welzijn en de Minister van Volksgezondheid;
met betrekking tot Nederland: de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en, voor zover het verstrekkingen uit hoofde van de wetgeving inzake ziekteverzekering betreft, de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
- g.
‘verzekeringsorgaan’: het lichaam dat of de autoriteit die is belast met de uitvoering van de in artikel 2 genoemde wetgeving of een gedeelte daarvan;
- h.
‘bevoegd orgaan’: het krachtens de toepasselijke wetgeving bevoegde orgaan;
- i.
‘bevoegde staat’: de Verdragsluitende Partij op het grondgebied waarvan het bevoegde orgaan is gevestigd;
- j.
‘verzekeringstijdvak’: een tijdvak van betaling van premie of bijdrage, een tijdvak van arbeid, een tijdvak van wonen of enig ander tijdvak dat als verzekeringstijdvak wordt omschreven, erkend of aangemerkt krachtens de wetgeving die op die persoon van toepassing is gedurende bedoeld tijdvak;
- k.
‘pensioen of uitkering’: een pensioen of uitkering krachtens de toepasselijke wetgeving met inbegrip van alle samenstellende delen daarvan ten laste van de openbare middelen alsmede alle verhogingen en wettelijke betalingen van loon in geval van ziekte;
- l.
‘gezinslid’: een persoon die als zodanig wordt omschreven of aangemerkt in de wetgeving van de Verdragsluitende Partij op het grondgebied waarvan die persoon woont; indien deze wetgeving echter alleen betrekking heeft op personen die bij de betrokkene wonen als gezinsleden, wordt aan deze voorwaarde geacht te zijn voldaan indien die personen hoofdzakelijk worden onderhouden door de betrokkene;
- m.
‘orgaan van de woonplaats’: het orgaan dat ter plaatse waar de belanghebbende woont, bevoegd is de desbetreffende prestaties te verlenen krachtens de wetgeving van de Verdragsluitende Partij die door dit orgaan wordt toegepast, of, indien een dergelijk orgaan niet bestaat, het door de bevoegde autoriteit van de betrokken Verdragsluitende Partij aangewezen orgaan;
- n.
‘orgaan van de tijdelijke verblijfplaats’: het orgaan dat ter plaatse waar de belanghebbende tijdelijk verblijft, bevoegd is de desbetreffende prestaties te verlenen krachtens de wetgeving van de Verdragsluitende Partij die door dit orgaan wordt toegepast, of, indien een dergelijk orgaan niet bestaat, het door de bevoegde autoriteit van de betrokken Verdragsluitende Partij aangewezen orgaan.
2.
Andere termen en uitdrukkingen die in dit Verdrag worden gebruikt hebben de betekenis die daaraan onderscheidenlijk in de wetgeving die wordt toegepast, wordt toegekend.