Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2023/2411 van 18 oktober 2023 betreffende de bescherming van geografische aanduidingen voor ambachtelijke en industriële producten en tot wijziging van de Verordeningen (EU) 2017/1001 en (EU) 2019/1753
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 16-11-2023
- Bronpublicatie:
18-10-2023, PbEU L 2023, 2023/2411 (uitgifte: 27-10-2023, regelingnummer: 2023/2411)
- Inwerkingtreding
16-11-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-10-2023, PbEU L 2023, 2023/2411 (uitgifte: 27-10-2023, regelingnummer: 2023/2411)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
Intellectuele-eigendomsrecht / Europees intellectuele-eigendomsrecht
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
(Voor de EER relevante tekst)
Verordening van het Europees Parlement en de Raad van 18 oktober 2023 betreffende de bescherming van geografische aanduidingen voor ambachtelijke en industriële producten en tot wijziging van de Verordeningen (EU) 2017/1001 en (EU) 2019/1753
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 118, eerste alinea, en artikel 207, lid 2,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),
Gezien het advies van het Comité van de Regio's (2),
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (3),
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
Op 10 november 2020 heeft de Raad conclusies over het beleid inzake intellectuele eigendom aangenomen, waarin hij zich bereid heeft getoond de invoering van een systeem voor specifieke bescherming van geografische aanduidingen voor niet-landbouwproducten te overwegen, op basis van een grondige effectbeoordeling van de potentiële kosten en baten ervan.
- (2)
In haar mededeling van 25 november 2020, getiteld ‘Het innovatiepotentieel van de EU optimaal benutten: een actieplan inzake intellectuele eigendom om het herstel en de veerkracht van de EU te ondersteunen’ heeft de Commissie zich ertoe verbonden om op basis van een effectbeoordeling te overwegen een Uniebeschermingssysteem voor geografische aanduidingen van niet-landbouwproducten voor te stellen.
- (3)
In zijn resolutie van 11 november 2021 over een actieplan inzake intellectuele eigendom om het herstel en de veerkracht van de EU te ondersteunen heeft het Europees Parlement het feit benadrukt dat de erkenning van geografische aanduidingen voor niet-landbouwproducten relevant is voor de prioriteiten van programma's van de Unie die momenteel worden ontwikkeld, en onderstreepte het zijn steun voor het initiatief van de Commissie om, op basis van een grondige effectbeoordeling, doeltreffende en transparante bescherming op Unieniveau voor geografische aanduidingen voor niet-landbouwproducten tot stand te brengen, teneinde zich aan te passen aan onder meer de Akte van Genève bij de Overeenkomst van Lissabon betreffende oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen(4) (‘de Akte van Genève’), die de mogelijkheid biedt om geografische aanduidingen zowel voor landbouwproducten als voor niet-landbouwproducten te beschermen.
- (4)
Opdat de Unie ten volle haar exclusieve bevoegdheid inzake het gemeenschappelijk handelsbeleid kan uitoefenen, is de Unie op 26 november 2019, volledig conform haar verbintenissen krachtens de Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom (Trade-Related Aspects of Intellectual Property Rights — Trips) (de ‘Trips-overeenkomst’) van de Wereldhandelsorganisatie (World Trade Organization — WTO), overeenkomstig Besluit (EU) 2019/1754 van de Raad (5) toegetreden tot de Akte van Genève, die wordt beheerd door de Wereldorganisatie voor de Intellectuele Eigendom (World Intellectual Property Organization — WIPO). De Akte van Genève voorziet in een manier om bescherming van geografische aanduidingen te verkrijgen, ongeacht de aard van de goederen die daarmee worden aangeduid, en omvat derhalve ambachtelijke en industriële producten. Om volledig aan die internationale verplichtingen te voldoen, vormt het waarborgen van een uniforme erkenning en bescherming van geografische aanduidingen voor ambachtelijke en industriële producten op haar gehele grondgebied een prioriteit voor de Unie.
- (5)
Bescherming van geografische aanduidingen bestaat al vele jaren op Unieniveau voor wijnen (6) en gedistilleerde dranken (7), evenals voor landbouwproducten en levensmiddelen, waaronder gearomatiseerde wijnen (8). Het is passend te voorzien in Uniebescherming voor geografische aanduidingen voor producten die buiten het toepassingsgebied van het bestaande Unierecht vallen, en tegelijkertijd voor convergentie te zorgen. Die bescherming moet gericht zijn op een grote verscheidenheid aan ambachtelijke en industriële producten, zoals natuurstenen, houtwerk, juwelen, textiel, kant, bestek, glas, porselein en huiden en vellen. De invoering van een dergelijk systeem voor de bescherming van geografische aanduidingen voor ambachtelijke en industriële producten zou voordelen opleveren voor de consument doordat die zich meer bewust wordt van de authenticiteit van producten. Het systeem zou ook een positief economisch effect hebben op micro-, kleine en middelgrote ondernemingen door het concurrentievermogen te versterken, en zou in het algemeen een positief effect hebben op de werkgelegenheid, de algemene ontwikkeling en het toerisme in landelijke en minder ontwikkelde regio's. Bovendien zou een dergelijk systeem ook de toegang tot de markten van derde landen vergemakkelijken door middel van handelsovereenkomsten met de Unie en aldus het volledige potentieel van geografische aanduidingen voor ambachtelijke en industriële producten benutten.
- (6)
Verschillende lidstaten beschikken over nationale systemen voor de bescherming van geografische aanduidingen voor ambachtelijke en industriële producten. Die systemen verschillen van elkaar wat betreft het bereik van de bescherming, administratie en vergoedingen, en bieden geen bescherming buiten de landsgrenzen. In andere lidstaten worden geografische aanduidingen voor ambachtelijke en industriële producten niet op nationaal niveau beschermd. Dat versnipperde en complexe landschap van uiteenlopende beschermingssystemen op het niveau van de lidstaten kan leiden tot meer kosten en meer rechtsonzekerheid voor producenten, en kan investeringen in traditionele ambachten in de Unie ontmoedigen. Het bestaan van een geharmoniseerd Uniebeschermingssysteem is van essentieel belang om de rechtszekerheid te scheppen die voor alle belanghebbenden noodzakelijk is en om inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten betreffende industriële en ambachtelijke en industriële producten te voorkomen, zodat de Unie haar belangen beter kan beschermen, ook op internationaal niveau.
- (7)
Het maken van producten die nauw verbonden zijn met een bepaald geografisch gebied is vaak afhankelijk van lokale knowhow en vaak gebaseerd op het gebruik van lokale productiemethoden die geworteld zijn in het culturele en sociale erfgoed van de regio waar die producten vandaan komen. Een doeltreffende bescherming van intellectuele eigendom kan bijdragen tot grotere winstgevendheid en aantrekkelijkheid van traditionele ambachten. Specifieke bescherming van geografische aanduidingen wordt erkend om het culturele erfgoed in de agrarische en ambachtelijke en industriële sectoren in stand te houden en te ontwikkelen. Er moeten dus efficiënte procedures worden opgezet voor de registratie op het niveau van de Unie van geografische aanduidingen voor ambachtelijke en industriële producten, die rekening houden met lokale en regionale bijzonderheden. Het systeem voor de bescherming van geografische aanduidingen voor ambachtelijke en industriële producten waarin deze verordening voorziet, moet ervoor zorgen dat de productie- en handelstradities in stand worden gehouden en worden versterkt.
- (8)
Uniforme bescherming in de gehele Unie voor intellectuele-eigendomsrechten met betrekking tot geografische aanduidingen kan een stimulans zijn voor de productie van kwaliteitsproducten, bijdragen tot de bestrijding van namaak, zorgen voor de brede beschikbaarheid van kwaliteitsproducten voor consumenten en bijdragen aan het scheppen van waardevolle en duurzame banen, ook in landelijke en minder ontwikkelde regio's, hetgeen zou helpen om ontvolkingstrends te keren. Met name gelet op het potentieel van een dergelijke bescherming om bij te dragen tot de ontwikkeling van duurzame en hooggekwalificeerde banen in landelijke en minder ontwikkelde regio's, moeten de producenten ernaar streven een aanzienlijk aandeel van de waarde van het product met een geografische aanduiding te creëren binnen het afgebakende geografische gebied. De vereisten dat een bepaalde kwaliteit of reputatie of een bepaald ander kenmerk van een product hoofdzakelijk moet worden toegeschreven aan de geografische oorsprong ervan en dat het product zijn oorsprong in een afgebakend geografisch gebied moet hebben, zoals vastgelegd in deze verordening, versterken de opvatting dat een aanzienlijk deel van de waarde van het product met een geografische aanduiding in dat geografische gebied moet worden gecreëerd. Die vereisten moeten ervoor zorgen dat alleen producten met een sterke band met het geografische gebied in aanmerking komen voor de bescherming waarin deze verordening voorziet.
- (9)
Daarom moet ervoor worden gezorgd dat producenten van ambachtelijke en industriële producten op de interne markt te maken krijgen met eerlijke concurrentie; moet de beschikbaarheid van betrouwbare consumenteninformatie over die producten worden gewaarborgd; moeten het cultureel erfgoed en de traditionele knowhow worden beschermd en ontwikkeld; moet ervoor worden gezorgd dat geografische aanduidingen voor ambachtelijke en industriële producten efficiënt worden geregistreerd, zowel op het niveau van de Unie als op internationaal niveau; moet worden voorzien in doeltreffende controles en handhaving in verband met geografische aanduidingen voor ambachtelijke en industriële producten in de gehele interne markt, ook in de elektronische handel, en moet er een koppeling tot stand worden gebracht met het op de Akte van Genève gebaseerde internationale registratie- en beschermingssysteem.
- (10)
De taken die uit hoofde van deze verordening zijn toegewezen aan de autoriteiten van de lidstaten, aan de Commissie en aan het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (European Union Intellectual Property Office — het EUIPO), ingesteld bij Verordening (EU) 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad (9) kunnen de verwerking van persoonsgegevens vereisen, met name wanneer het noodzakelijk is voor de identificatie van de aanvragers in procedures voor registratie, tot wijziging van het productdossier of tot annulering van de registratie, of van opposanten of begunstigden van een overgangsperiode die is toegestaan in afwijking van de bescherming van een geregistreerde geografische aanduiding. De verwerking van dergelijke persoonsgegevens is derhalve noodzakelijk voor de vervulling van een taak in het algemeen belang. Bij elke verwerking en openbaarmaking van persoonsgegevens die worden ontvangen in de loop van procedures uit hoofde van deze verordening, bijvoorbeeld voor registratie, met inbegrip van bezwaren, wijziging van het productdossier, annulering van de registratie, controles en het toekennen van een overgangsperiode, moeten de grondrechten worden geëerbiedigd, met inbegrip van het recht op de eerbiediging van het privéleven en van het familie- en gezinsleven en het recht op bescherming van persoonsgegevens uit hoofde van de artikelen 7 en 8 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (‘het Handvest’). In dat verband leggen Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad (10) en Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad (11) bepaalde verplichtingen op aan de lidstaten, terwijl Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (12) bepaalde verplichtingen aan de Commissie en het EUIPO oplegt. Indien de Commissie en het EUIPO gezamenlijk de doeleinden en de middelen van de gegevensverwerking bepalen, moeten zij als gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken worden beschouwd.
- (11)
Geografische aanduidingen voor ambachtelijke en industriële producten met een bepaalde kwaliteit of reputatie of een bepaald ander kenmerk die verband houden met de plaats van productie, verlenen een collectief recht dat kan worden uitgeoefend door alle in aanmerking komende producenten in een afgebakend geografisch gebied die bereid zijn een productdossier na te leven, in overeenstemming met deze verordening. Collectief optredende producenten hebben meer marktmacht dan individuele producenten en kunnen bij het beheer van hun geografische aanduidingen synergieën benutten. Geografische aanduidingen belonen producenten voor hun inspanningen om een brede waaier aan kwaliteitsproducten te produceren. Daarom moeten aanvragen tot registratie van geografische aanduidingen door producentengroeperingen worden ingediend.
- (12)
In bepaalde geografische gebieden is het mogelijk dat slechts één producent bereid is een registratieaanvraag voor een naam als een geografische aanduiding in te dienen. Daarom moet het ook mogelijk zijn om een enkele producent als aanvrager te beschouwen. Het mag een enkele producent echter niet worden toegestaan om het geografische gebied af te bakenen aan de hand van eigen grond of werkplaats. Het geografische gebied moet altijd verwijzen naar een bepaald deel van een grondgebied en niet naar de grenzen van privé-eigendommen.
- (13)
Een door een lidstaat aangewezen lokale of regionale autoriteit of een door een lidstaat aangewezen particuliere entiteit moet ook aanvrager kunnen zijn. In dergelijke gevallen moeten in de aanvraag de redenen voor de aanwijzing worden vermeld.
- (14)
Daarnaast moet het een lokale of regionale entiteit van de lidstaat waaruit de respectieve producentengroepering of enkele producent afkomstig is, worden toegestaan bijstand te verlenen aan die producentengroepering of enkele producent bij de voorbereiding van de aanvraag en in de eerste fase van de registratieprocedure. De bijstand kan bestaan uit advies en de uitwisseling van documenten, contacten en informatie.
- (15)
Het in deze verordening vastgelegde systeem voor de bescherming van geografische aanduidingen voor ambachtelijke en industriële producten heeft tot doel consumenten in staat te stellen beter geïnformeerde aankoopkeuzen te maken, en in dat verband helpen etikettering en reclame de consumenten om op correcte wijze kwaliteitsproducten te herkennen op de markt. Intellectuele-eigendomsrechten met betrekking tot geografische aanduidingen helpen marktdeelnemers en bedrijven hun immateriële activa ten nutte te maken. Om oneerlijke concurrentie te voorkomen en om de interne markt te handhaven, moeten alle producenten, ook uit derde landen, de mogelijkheid hebben een geregistreerde geografische aanduiding te gebruiken en de producten die daarmee worden aangeduid in de gehele Unie te verhandelen, ook in de elektronische handel, mits het product in kwestie voldoet aan het bijbehorende productdossier, en de producent aan controles onderworpen is.
- (16)
Een naam van een product moet in aanmerking komen voor bescherming als geografische aanduiding indien dat product voldoet aan drie cumulatieve vereisten: het product moet geworteld zijn in of zijn oorsprong hebben in een bepaalde plaats of regio, of in een bepaald land; een bepaalde kwaliteit, de reputatie of een bepaald ander kenmerk van het product moet hoofdzakelijk aan de geografische oorsprong ervan toe te schrijven zijn, en ten minste een van de productiestappen moet plaatsvinden in dat geografische gebied. Om aan die vereisten te voldoen, moet worden aangetoond dat de geografische oorsprong een essentiële factor is voor die bepaalde kwaliteit of reputatie of voor dat bepaalde andere kenmerk van het product. Die vereisten zijn in overeenstemming met de vereisten voor geografische aanduidingen krachtens de Akte van Genève en de Uniewetgeving inzake de bescherming van geografische aanduidingen voor landbouwproducten, levensmiddelen, wijnen en gedistilleerde dranken. Producten die in strijd zijn met de openbare orde mogen evenwel niet in aanmerking komen voor een beschermde geografische aanduiding. De noodzaak om die uitzonderingsbepaling uit hoofde van de openbare orde toe te passen moet per geval worden beoordeeld en de uitzondering moet worden toegepast conform het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) en de desbetreffende jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie.
- (17)
De in het productdossier vermelde productiestap(pen) is (zijn) die welke een bepaalde kwaliteit of reputatie of bepaald ander kenmerk aan het product verleent (verlenen). Menselijke of natuurlijke factoren, of een combinatie van die factoren, bepalen of een productiestap relevant is om in het productdossier te worden opgenomen. Producten die hoofdzakelijk buiten het betrokken geografische gebied worden geproduceerd en daar alleen naartoe worden vervoerd voor verpakking of voor een productiestap die elders zou kunnen worden uitgevoerd zonder dat dat tot een significant verschil in kwaliteit, reputatie of in een ander kenmerk van het product leidt, mogen niet voor bescherming in aanmerking komen. Dat beginsel kan voorkomen dat producten van lage kwaliteit, zonder unieke kenmerken en die bijna volledig buiten het betrokken geografische gebied worden geproduceerd, worden verkocht als producten met een geografische aanduiding.
- (18)
Micro-, kleine en middelgrote ondernemingen beschikken vaak over beperkte middelen om administratieve taken uit te voeren. De bevoegde autoriteit van de lidstaat waarvan de aanvrager afkomstig is, moet ernaar streven om, op verzoek van de aanvrager, bijstand te verlenen bij de opstelling van het in deze verordening bedoelde enkele document, overeenkomstig haar administratieve praktijk. Indien een lidstaat besluit gebruik te maken van de in deze verordening vastgestelde rechtstreekse registratieprocedure (de ‘rechtstreekse registratieprocedure’), moet het EUIPO, in nauwe samenwerking met het centrale contactpunt van de betrokken lidstaat, trachten bijstand te verlenen bij het enkele document. Eventuele bijstand van de autoriteiten of het EUIPO mag geen afbreuk doen aan het feit dat de aanvrager verantwoordelijk blijft voor het enkele document.
- (19)
Om bescherming als geografische aanduiding te verkrijgen, dienen namen enkel op Unieniveau te worden geregistreerd. De standaardprocedure voor de registratie van een geografische aanduiding in het kader van deze verordening moet uit twee fasen bestaan. De lidstaten moeten verantwoordelijk zijn voor de eerste fase (‘nationale fase’) en het EUIPO voor de tweede fase (‘Uniefase’). Indien aan een lidstaat een afwijking van de standaardprocedure is toegestaan, moet het voor een aanvrager uit die lidstaat mogelijk zijn een aanvraag rechtstreeks bij het EUIPO in te dienen via de rechtstreekse registratieprocedure. De krachtens deze verordening verleende bescherming, die vanaf de registratie wordt geboden, moet tevens beschikbaar worden gesteld aan geografische aanduidingen voor producten die hun oorsprong hebben in derde landen (‘geografische aanduidingen uit derde landen’) die aan de desbetreffende vereisten voldoen en in het derde land van oorsprong bescherming genieten. Het EUIPO moet de overeenkomstige procedures voor geografische aanduidingen uit derde landen uitvoeren.
- (20)
De lidstaten moeten zorgen voor efficiënte, voorspelbare en snelle administratieve procedures. De informatie over die procedures, waaronder alle toepasselijke termijnen en de totale duur van de procedures, moet algemeen beschikbaar zijn. De lidstaten, de Commissie en het EUIPO moeten in de op grond van deze verordening ingestelde raad van advies (de ‘raad van advies’) samenwerken om beste praktijken te delen teneinde die procedures efficiënter te maken.
- (21)
De procedures voor registratie, waaronder bezwaren, wijziging van het productdossier, annulering van de registratie en beroep, met betrekking tot geografische aanduidingen die hun oorsprong hebben in de Unie moeten door de lidstaten en het EUIPO worden uitgevoerd, en moeten voldoen aan de transparantievereisten. De lidstaten, respectievelijk het EUIPO moeten verantwoordelijk zijn voor de verschillende fasen van die procedures. De lidstaten moeten verantwoordelijk zijn voor de nationale fase, die bestaat uit het ontvangen en onderzoeken van de aanvraag, het beheer van de nationale bezwaarprocedure en, bij een succesvolle afronding van de nationale fase, het indienen van de aanvraag bij het EUIPO, ter inleiding van de Uniefase. De lidstaten moeten de gedetailleerde procedurele regelingen voor de nationale fase vaststellen. Die regelingen moeten overleg tussen de aanvrager en alle nationale opposanten omvatten, evenals de indiening door de aanvrager van een verslag over het resultaat van dat overleg en over eventuele wijzigingen van de aanvraag. Daarnaast moeten de ontvankelijkheid van het bezwaar en de redenen voor de weigering van registratie tijdens de nationale fase afgestemd worden op die van de Uniefase. Het EUIPO moet verantwoordelijk zijn voor het onderzoeken van aanvragen in de Uniefase, het beheer van de bezwaarprocedure en het verlenen of weigeren van registratie. Het EUIPO moet ook de overeenkomstige procedures voor geografische aanduidingen uit derde landen uitvoeren.
- (22)
Het EUIPO moet de partijen aanmoedigen gebruik te maken van alternatieve geschillenbeslechting, zoals bemiddeling, om tot een minnelijke schikking te komen. Daartoe moet het EUIPO de partijen de mogelijkheid bieden om in de op Unieniveau beschikbare procedures gebruik te maken van die diensten. Het EUIPO moet die diensten zelf verlenen, maar de partijen moeten ook gebruik kunnen maken van andere bemiddelingsdiensten.
- (23)
Om het beheer van aanvragen door de bevoegde autoriteiten te vergemakkelijken, moeten twee of meer lidstaten kunnen samenwerken tijdens de nationale fase van de procedure, onder meer met betrekking tot onderzoek, nationaal bezwaar, indiening van aanvragen bij het EUIPO, wijziging van het productdossier en annulering van de registratie, en kunnen besluiten dat een van hen de procedures namens de andere betrokken lidstaat of lidstaten beheert. In die gevallen moeten die lidstaten de Commissie daarvan onverwijld in kennis stellen en informatie verstrekken over de belangrijkste parameters van de samenwerking.
- (24)
De lidstaten moeten in bepaalde omstandigheden kunnen worden vrijgesteld van de verplichting om een nationale bevoegde autoriteit aan te wijzen die verantwoordelijk is voor de nationale fase van de procedures voor registratie, met inbegrip van nationaal bezwaar, wijzigingen van het productdossier en annulering van de registratie. Bij die vrijstelling moet rekening worden gehouden met het feit dat bepaalde lidstaten niet over een specifiek nationaal systeem voor de bescherming van geografische aanduidingen voor ambachtelijke en industriële producten beschikken, dat in die lidstaten de plaatselijke belangstelling voor het beschermen van geografische aanduidingen gering is en dat het in die omstandigheden niet gerechtvaardigd zou zijn hen te verplichten om de gehele infrastructuur die voor een dergelijk systeem nodig is, op te zetten. Het zou efficiënter en kosteneffectiever zijn om de producentengroeperingen uit die lidstaten een alternatief te bieden voor de bescherming van hun producten, namelijk een rechtstreekse registratieprocedure bij het EUIPO. Dat alternatief zou ook kostenvoordelen opleveren voor de lidstaten.
- (25)
De Commissie moet, na de door een lidstaat verstrekte informatie onderzocht te hebben, een besluit nemen over het vrijstellingsverzoek van die lidstaat, op grond waarvan die lidstaat gebruik kan maken van de rechtstreekse registratieprocedure. Bij het onderzoeken van het verzoek moet de Commissie alle relevante omstandigheden beoordelen, zoals het aantal bestaande beschermde namen van producten, het aantal potentieel geïnteresseerde producenten en producentengroeperingen in de betrokken lidstaat, de omvang van de bevolking van de betrokken lidstaat, de omvang van de verkoop, de productiecapaciteit en de markten voor de betrokken producten, en andere informatie die de lidstaat als relevant beschouwt als bewijs van een geringe belangstelling op nationaal niveau. Het moet voor de Commissie ook mogelijk zijn om bijvoorbeeld gebruik te maken van informatie die is verzameld via een openbare raadpleging, via een marktonderzoek of -analyse, of van brieven van betrokken beroepsverenigingen of andere betrokken officiële instanties, om een besluit te nemen. De Commissie moet het recht behouden om een besluit waarbij een lidstaat wordt toegestaan gebruik te maken van de rechtstreekse registratieprocedure, te wijzigen of in te trekken indien de betrokken lidstaat niet langer aan de voorwaarden voldoet. Dat is bijvoorbeeld het geval indien het aantal rechtstreekse aanvragen dat door aanvragers van die lidstaat wordt ingediend, de aanvankelijke raming van die lidstaat herhaaldelijk overschrijdt.
- (26)
Op grond van een dergelijke vrijstelling moeten de procedures voor registratie, wijziging van het productdossier en annulering van de registratie rechtstreeks door het EUIPO worden beheerd. In dat verband moet het EUIPO, indien nodig, door de administratieve autoriteiten van de betrokken lidstaat worden bijgestaan via een aangewezen centraal contactpunt, met name voor het onderzoeken van de aanvraag. Het centrale contactpunt moet over de nodige deskundigheid en lokale kennis op het gebied van geografische aanduidingen beschikken. Om het EUIPO bij te staan, moet het centrale contactpunt deskundigen met product- of sectorspecifieke kennis kunnen raadplegen.
- (27)
De toepassing van de rechtstreekse registratieprocedure mag de lidstaten niet ontslaan van hun verplichting om een bevoegde autoriteit aan te wijzen voor het uitvoeren van controles en om de nodige maatregelen te nemen om de in deze verordening bedoelde rechten te handhaven.
- (28)
Met het oog op een efficiënte en consistente besluitvorming met betrekking tot aanvragen, moet de bevoegde autoriteit van een lidstaat het EUIPO zonder onnodige vertraging in kennis stellen van elke procedure voor een nationale rechtbank of een andere instantie betreffende een door die bevoegde autoriteit bij het EUIPO ingediende aanvraag, en van het eindresultaat van een dergelijke procedure. Daarom ook moet de bevoegde autoriteit het EUIPO op de hoogte houden van alle nationale administratieve en gerechtelijke procedures tegen het besluit van die bevoegde autoriteit die van invloed kunnen zijn op de registratie van een geografische aanduiding.
- (29)
Vanaf de datum waarop een lidstaat een aanvraag bij het EUIPO indient, moeten lidstaten vóór de voltooiing van de Uniefase tijdelijke nationale bescherming van een geografische aanduiding kunnen verlenen, mits de interne markt of het handelsbeleid van de Unie ongemoeid blijven. Tijdelijke nationale bescherming mag niet worden verleend in geval van rechtstreekse registratie.
- (30)
Om marktdeelnemers wier belangen door de registratie van een geografische aanduiding worden getroffen, in staat te stellen gedurende een beperkte periode de geregistreerde naam te blijven gebruiken, moet het EUIPO specifieke afwijkingen van het gebruik van een dergelijke naam gedurende een overgangsperiode toekennen. Een dergelijke overgangsperiode kan ook worden toegestaan om tijdelijke problemen te overbruggen, met als langetermijndoelstelling ervoor te zorgen dat alle producenten het productdossier in acht nemen. Onverminderd de regels inzake conflicten tussen geografische aanduidingen en merken, moet het mogelijk zijn om, onder bepaalde voorwaarden en gedurende een overgangsperiode, namen te blijven gebruiken die anders in strijd zouden zijn met de bescherming van een geografische aanduiding.
- (31)
De Commissie moet in bepaalde specifieke gevallen de beslissingsbevoegdheid van het EUIPO betreffende individuele aanvragen, verzoeken om wijziging van het productdossier of annuleringsverzoeken kunnen overnemen. Iedere lidstaat of het EUIPO moet de Commissie kunnen verzoeken dat prerogatief uit te oefenen. De Commissie moet ook op eigen initiatief kunnen optreden. Het EUIPO moet in elk geval verantwoordelijk blijven voor het onderzoek van het dossier en het bezwaar, en moet, gebaseerd op technische overwegingen, een ontwerpuitvoeringshandeling voor de Commissie opstellen.
- (32)
Met het oog op de goede werking van de interne markt is het belangrijk dat producenten en andere betrokken marktdeelnemers, evenals autoriteiten en consumenten, snel en gemakkelijk toegang hebben tot relevante informatie over geografische aanduidingen.
- (33)
Om versnippering van de interne markt tegen te gaan en met het oog op transparantie en uniformiteit in de gehele Unie moet een voor het publiek vlot toegankelijk elektronisch Unieregister van geografische aanduidingen voor ambachtelijke en industriële producten (‘het Unieregister’) in een machineleesbaar formaat worden opgezet. Het EUIPO moet het Unieregister opzetten en bijhouden, en moet voorzien in het personeel voor het beheer ervan. Om onnodige administratieve lasten te voorkomen moet de mogelijkheid worden overwogen om bestaande databanken te gebruiken.
- (34)
De Unie onderhandelt met haar handelspartners over internationale overeenkomsten, waaronder overeenkomsten inzake de bescherming van geografische aanduidingen. Bescherming van geografische aanduidingen voor ambachtelijke en industriële producten in de Unie kan ook uit dergelijke overeenkomsten voortvloeien, ongeacht de internationale registratie waarin de Akte van Genève voorziet en ongeacht het in deze verordening beschreven registratiesysteem. Het moet mogelijk zijn in het Unieregister geografische aanduidingen op te nemen die in de Unie worden beschermd uit hoofde van een internationale registratie krachtens de Akte van Genève of krachtens internationale overeenkomsten met handelspartners van de Unie, teneinde de informatieverstrekking aan het publiek te vergemakkelijken, de transparantie ten behoeve van de consumenten te vergroten en met name de bescherming en controle van het gebruik van die geografische aanduidingen te waarborgen. In dergelijke gevallen moeten de respectieve namen als beschermde geografische aanduidingen in het Unieregister worden geregistreerd.
- (35)
Elke partij die nadeel ondervindt van een beslissing van het EUIPO moet het recht hebben beroep in te stellen bij de kamers van beroep van het EUIPO (de ‘kamers van beroep’). Tegen beslissingen van de kamers van beroep moet vervolgens beroep kunnen worden ingesteld bij het Gerecht, dat de bestreden beslissing nietig kan verklaren of kan wijzigen.
- (36)
Er moet een raad van advies, bestaande uit deskundigen uit de lidstaten en van de Commissie, worden ingesteld om de nodige kennis en deskundigheid over bepaalde producten, sectoren en lokale omstandigheden te verschaffen die het resultaat van de in deze verordening vastgelegde procedures kunnen beïnvloeden. Teneinde de specifieke technische kennis te verwerven die nodig is voor het onderzoeken van individuele aanvragen in elke fase van de procedures voor registratie, met inbegrip van de bezwaar-, beroeps- en andere procedures, moeten de afdeling Geografische Aanduidingen van het EUIPO of de kamers van beroep de raad van advies op eigen initiatief of op verzoek van de Commissie kunnen raadplegen. Indien nodig moet die raadpleging ook een algemeen advies bevatten over het beoordelen van kwaliteitscriteria, het vaststellen van de reputatie van een product, het bepalen van de generieke aard van een naam, en het beoordelen van het risico op verwarring bij de consument. Het advies van de raad van advies mag niet bindend zijn. De raad van advies moet, waar passend, deskundigen op het gebied van de desbetreffende productcategorie uitnodigen, onder meer vertegenwoordigers van regio's en van de academische wereld. De procedure voor de benoeming van de deskundigen en de werking van de raad van advies moeten worden vastgelegd in het reglement van orde van de raad van advies, dat door de raad van bestuur wordt vastgesteld.
- (37)
In het Unieregister opgenomen geografische aanduidingen moeten worden beschermd ter waarborging van een eerlijk gebruik en ter preventie van praktijken die de consument kunnen misleiden, met name wat betreft vergelijkbare producten. Om vast te stellen of producten vergelijkbaar zijn met een door een geografische aanduiding beschermd product, moeten alle relevante factoren in aanmerking worden genomen. Zo moet onder meer worden nagegaan of de producten gemeenschappelijke objectieve kenmerken hebben, zoals de productiemethode, het fysieke uiterlijk of het gebruik van dezelfde grondstof, in welke omstandigheden de producten vanuit het oogpunt van het relevante marktsegment worden gebruikt, of de producten vaak via dezelfde kanalen worden verspreid, en of er soortgelijke handelsregels voor gelden.
- (38)
Om de bescherming van geografische aanduidingen voor ambachtelijke en industriële producten te versterken, en om namaak doeltreffend te bestrijden, moet de bescherming uit hoofde van deze verordening ook gelden voor domeinnamen op het internet. Het is ook van belang terdege rekening te houden met de Trips-overeenkomst, en met name met de artikelen 22 en 23 daarvan, en met de Algemene Overeenkomst betreffende tarieven en handel, die namens de Unie is gesloten krachtens Besluit 94/800/EG van de Raad (13), met inbegrip van artikel V van die overeenkomst inzake de vrijheid van doorvoer. Om namaak effectiever te bestrijden, moet de bescherming in dat wettelijke kader tevens betrekking hebben op goederen die het douanegebied van de Unie binnenkomen zonder daar in het vrije verkeer te komen, en die onder bijzondere douaneregelingen vallen, zoals die met betrekking tot doorvoer, opslag, specifiek gebruik of verwerking.
- (39)
Er moet worden gewaarborgd dat het gebruik van een geografische aanduiding in de naam van een industrieproduct waarvan het product met de geografische aanduiding een onderdeel of component is, in overeenstemming is met eerlijke handelspraktijken, en dat het de reputatie van de geografische aanduiding niet uitbuit, afzwakt, verwatert of schaadt. Voor een dergelijk gebruik moet de toestemming van de producentengroepering of de individuele producent van het product met de geografische aanduiding worden vereist.
- (40)
Soortnamen die vergelijkbaar zijn met of deel uitmaken van een naam of term die door een geografische aanduiding is beschermd, moeten hun generieke status behouden.
- (41)
Gelijkluidende namen (‘homoniemen’) zijn namen die op dezelfde wijze worden gespeld of uitgesproken, maar verwijzen naar andere geografische gebieden. Een naam die volledig of gedeeltelijk gelijkluidend is met een eerder geregistreerde of aangevraagde geografische aanduiding mag niet worden geregistreerd, tenzij bepaalde omstandigheden de bescherming ervan rechtvaardigen, in aanmerking nemend dat de producenten op gelijke wijze moeten worden behandeld en de consumenten niet mogen worden misleid ten aanzien van de werkelijke geografische oorsprong van de producten. Homoniemen die de consument kunnen misleiden ten aanzien van de werkelijke identiteit of geografische oorsprong van het product, mogen niet als geografische aanduiding worden geregistreerd.
- (42)
Hoewel merken en geografische aanduidingen verschillen qua aard en doel, moet het verband tussen beide worden verduidelijkt met betrekking tot de criteria voor de afwijzing van aanvragen voor merken, de ongeldigverklaring van merken en het naast elkaar bestaan van merken en geografische aanduidingen. De bescherming van geografische aanduidingen moet in evenwicht zijn met de bescherming van gereputeerde en algemeen bekende merken, met name in het licht van het fundamentele eigendomsrecht conform artikel 17 van het Handvest, en van de verplichtingen die voortvloeien uit het internationaal recht. Bij de beoordeling van het verband tussen een geografische aanduiding en een merk moet rekening worden gehouden met de eventuele continuïteit van de bescherming van een geografische aanduiding die is vastgelegd door registratie of gebruik in een lidstaat, indien de geografische aanduiding overeenkomstig deze verordening onder Uniebescherming is komen te vallen, en met de eventuele voorrang betreffende een aanvraag voor een merk.
- (43)
Producentengroeperingen spelen een cruciale rol bij aanvragen voor de registratie van geografische aanduidingen, alsook bij procedures voor wijzigingen van het productdossier en voor annulering van de registratie. Zij moeten van de nodige middelen worden voorzien om de specifieke kenmerken van hun producten beter te bepalen en te kunnen verkopen. De rol van producentengroeperingen moet daarom nader worden bepaald.
- (44)
In de Unie gevestigde registers voor landcodetopniveaudomeinnamen die alternatievegeschillenbeslechtingsprocedures aanbieden om geschillen in verband met de registratie van domeinnamen te beslechten, moeten ervoor zorgen dat dergelijke procedures ook betrekking hebben op geografische aanduidingen. Na een passende alternatievegeschillenbeslechtingsprocedure of gerechtelijke procedure moet het voor in de Unie gevestigde registers voor landcodetopniveaudomeinnamen mogelijk zijn een onder een landcodetopniveaudomein geregistreerde domeinnaam in te trekken of aan de betrokken producentengroepering over te dragen indien de domeinnaamregistratie in strijd is met de bescherming van een geografische aanduiding, indien de domeinnaam te kwader trouw wordt gebruikt of indien de domeinnaam door de houder ervan is geregistreerd zonder dat die houder een recht heeft op of een rechtmatig belang heeft bij de geografische aanduiding.
- (45)
De Commissie moet de haalbaarheid evalueren van het opzetten, binnen het domeinnaamsysteem, van een informatie- en waarschuwingssysteem tegen misbruik van ambachtelijke en industriële geografische aanduidingen, en moet bij het Europees Parlement en de Raad een verslag over haar belangrijkste bevindingen indienen. Op basis van de resultaten van die evaluatie moet de Commissie, indien nodig, een wetgevingsvoorstel indienen om een dergelijk systeem op te zetten.
- (46)
Aangezien het bij deze verordening ingestelde Uniesysteem voor de bescherming van geografische aanduidingen voor ambachtelijke en industriële producten nieuw is, is het van belang om consumenten, producenten, in het bijzonder micro-, kleine en middelgrote ondernemingen, en overheidsinstanties op lokaal, regionaal, nationaal en internationaal niveau beter bekend te maken met dat initiatief. Daartoe moeten de lidstaten, de Commissie, het EUIPO en de belanghebbenden worden aangemoedigd om regelmatig promotieactiviteiten te organiseren om het initiatief beter bekend te maken.
- (47)
Het Uniesymbool, de aanduiding en de afkorting waarmee geregistreerde geografische aanduidingen worden aangeduid en de daaruit voortvloeiende rechten met betrekking tot de Unie, moeten in de Unie en in derde landen worden beschermd om te garanderen dat ze voor authentieke producten worden gebruikt en consumenten niet worden misleid aangaande de kenmerken van de producten.
- (48)
Het gebruik van het Uniesymbool, van de aanduiding en van de afkorting op de verpakking van ambachtelijke en industriële producten met een geografische aanduiding moet worden aanbevolen, ook op onlineverkoopsites, om de consument vertrouwder te maken met die producten en de daaraan verbonden waarborgen, en om de herkenbaarheid van die producten op de markt te vergroten en daardoor controles te vergemakkelijken. Het gebruik van het Uniesymbool, van de aanduiding en van de afkorting moet facultatief blijven voor geografische aanduidingen uit derde landen.
- (49)
Omwille van de duidelijkheid voor de consument en een maximale samenhang met de wetgeving van de Unie voor de bescherming van geografische aanduidingen van landbouwproducten, levensmiddelen, wijnen en gedistilleerde dranken, moet het Uniesymbool dat wordt gebruikt op de verpakking van ambachtelijke en industriële producten met een geografische aanduiding, identiek zijn aan het symbool dat is vastgesteld bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 664/2014 van de Commissie (14) en wordt gebruikt op de verpakking van landbouwproducten en levensmiddelen, wijnen en gedistilleerde dranken met een geografische aanduiding.
- (50)
De toegevoegde waarde van geografische aanduidingen is gebaseerd op het vertrouwen van de consument. Dat vertrouwen kan alleen gegrond zijn als de registratie van de geografische aanduidingen gepaard gaat met doeltreffende en efficiënte verificatie- en controlemechanismen. Consumenten moeten kunnen verwachten dat elke geografische aanduiding wordt gedekt door degelijke verificatie- en controlesystemen, ongeacht of de producten hun oorsprong hebben in de Unie of een derde land.
- (51)
Om te zorgen dat de consument vertrouwen heeft in de specifieke kenmerken van ambachtelijke en industriële producten met een geografische aanduiding, moeten producenten worden onderworpen aan een op een eigen verklaring van de producent gebaseerd systeem waarbij de naleving van het productdossier wordt gecontroleerd voor- en nadat het product in de handel is gebracht. Voor controledoeleinden moet elke lidstaat bevoegde autoriteiten aanwijzen voor de verificatie van de naleving en toezicht. Het moet mogelijk zijn één voor de nationale fase aangewezen bevoegde autoriteit te hebben en een andere voor de controles aangewezen bevoegde autoriteit, wanneer een lidstaat daartoe besluit. De respectieve bevoegde autoriteit moet bepaalde controletaken kunnen delegeren aan productcertificeringsinstanties of natuurlijke personen.
- (52)
De eigen verklaring moet door de producent worden ingediend bij de bevoegde autoriteit die verantwoordelijk is voor het verifiëren van de naleving van het productdossier. Om de voortdurende naleving aan te tonen, moet die eigen verklaring om de drie jaar worden ingediend. De producenten moeten worden verplicht om onmiddellijk een bijgewerkte eigen verklaring in te dienen als het productdossier is gewijzigd op een manier die gevolgen heeft voor het betrokken product. Verificatie op basis van eigen verklaring mag de producenten er niet van weerhouden door derden te laten verifiëren of hun producten voldoen aan het productdossier. Dergelijke verificaties door derden moeten eigen verklaringen kunnen aanvullen, maar mogen ze niet vervangen.
- (53)
In de eigen verklaring moet aan de bevoegde autoriteit alle noodzakelijke informatie over het product worden verstrekt, zodat de autoriteit de naleving van het productdossier kan controleren. Om ervoor te zorgen dat de informatie in de eigen verklaring alomvattend is, moet een geharmoniseerde structuur voor dergelijke verklaringen worden vastgesteld. De producent moet er volledig verantwoordelijk voor zijn om ervoor te zorgen dat de informatie die in de eigen verklaring wordt verstrekt volledig, consistent en accuraat is, en moet, zonder afbreuk te doen aan de bescherming van knowhow en handelsgeheimen, de nodige bewijzen kunnen overleggen om verificatie van die informatie mogelijk te maken.
- (54)
Na ontvangst van de eigen verklaring moet de bevoegde autoriteit die onderzoeken en ten minste op volledigheid en consistentie controleren. Duidelijke inconsistenties moeten worden toegelicht en ontbrekende informatie moet bij de producent worden opgevraagd. Indien de bevoegde autoriteit ervan overtuigd is dat de in de eigen verklaring verstrekte informatie volledig en consistent is en zij geen andere voorbehouden heeft met betrekking tot de naleving, moet zij een officieel certificaat van vergunning voor de productie van het product met de geografische aanduiding afgeven of verlengen.
- (55)
Om de naleving van het productdossier te waarborgen en de juistheid van de in de eigen verklaring verstrekte informatie te controleren, moet de bevoegde autoriteit met passende regelmaat conformiteitscontroles op de markt, met inbegrip van de elektronische handel, uitvoeren aan de hand van een risicoanalyse en rekening houdend met het risico op niet-naleving, met inbegrip van frauduleuze of bedrieglijke praktijken.
- (56)
Indien het productdossier niet wordt nageleefd, moet de bevoegde autoriteit de nodige maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat de betrokken producenten de situatie verhelpen en om verdere niet-naleving te voorkomen.
- (57)
Als alternatief voor de verificatieprocedure op basis van eigen verklaringen moeten de lidstaten kunnen voorzien in een verificatieprocedure op basis van een verificatie van de naleving door een bevoegde autoriteit of een aangewezen derde partij. Een dergelijke verificatieprocedure moet controles op de naleving van het productdossier omvatten, zowel voor- als nadat het product in de handel is gebracht. De bevoegde autoriteit moet waar nodig bepaalde taken in verband met de controle van de geografische oorsprong of van het productieproces van het betrokken product aan productcertificeringsinstanties of natuurlijke personen kunnen delegeren.
- (58)
Er moeten Europese normen (EN-normen) van de Europese Commissie voor normalisatie (CEN) en internationale normen van de Internationale Organisatie voor Normalisatie (ISO) worden gehanteerd voor de accreditatie van de productcertificeringsinstanties, die op hun beurt die normen bij hun werkzaamheden moeten hanteren. De accreditatie van die organen moet geschieden in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad (15). Productcertificeringsinstanties die buiten de Unie zijn gevestigd, moeten aantonen dat ze de Unienormen of internationaal erkende normen naleven, dit aan de hand van een certificaat dat is afgegeven door een instantie die een erkend medeondertekenaar is van een multilaterale erkenningsovereenkomst onder auspiciën van het International Accreditation Forum (IAF), of aangesloten is bij de International Laboratory Accreditation Cooperation (ILAC). Natuurlijke personen moeten beschikken over de vereiste deskundigheid, uitrusting, infrastructuur en middelen om de aan hen gedelegeerde controletaken te vervullen. Ze moeten beschikken over de nodige kwalificaties en ervaring, onpartijdig handelen en vrij zijn van elk belangenconflict ten aanzien van het uitoefenen van de aan hen gedelegeerde controletaken.
- (59)
Informatie over bevoegde autoriteiten en over de productcertificeringsinstanties en natuurlijke personen aan wie controletaken zijn gedelegeerd, moet door de lidstaten en het EUIPO openbaar worden gemaakt om transparantie te waarborgen en om belanghebbenden in staat te stellen contact met hen op te nemen.
- (60)
Toezicht op het gebruik van geografische aanduidingen op de markt is belangrijk om frauduleuze en bedrieglijke praktijken te voorkomen en er zo voor te zorgen dat de producenten van producten met een geografische aanduiding naar behoren worden beloond voor de toegevoegde waarde van hun producten met een geografische aanduiding, en dat personen die inbreuk maken op de aan een geografische aanduiding verbonden rechten ervan worden weerhouden niet-conforme producten te verkopen. Daarom moeten de lidstaten bevoegde autoriteiten aanwijzen om toezicht te houden op de markt teneinde misbruik van geografische aanduidingen op te sporen, en om controles uit te voeren op basis van een risicoanalyse. Bij vaststelling van misbruik van een geografische aanduiding moet de betrokken bevoegde autoriteit passende administratieve en gerechtelijke stappen ondernemen om het gebruik van namen van producten of diensten die in strijd zijn met bescherming van geografische aanduidingen te voorkomen of stop te zetten indien dergelijke producten worden geproduceerd of verhandeld, of dergelijke diensten worden verstrekt of verhandeld, op hun grondgebied. Die autoriteiten moeten dezelfde kunnen zijn als de autoriteiten die voor de controle op de naleving van het productdossier zijn aangewezen. Dat toezicht moet kunnen worden uitgeoefend door autoriteiten die productcontroles of controles op de markt uitvoeren in een ander verband, bijvoorbeeld douanecontroles, markttoezicht of rechtshandhaving.
- (61)
De maatregelen, procedures en rechtsmiddelen van Richtlijn 2004/48/EG van het Europees Parlement en de Raad (16) gelden voor elke inbreuk op intellectuele-eigendomsrechten, met inbegrip van rechten met betrekking tot geografische aanduidingen. Daarnaast bevat Verordening (EU) nr. 608/2013 van het Europees Parlement en de Raad (17) de voorwaarden en procedures voor het optreden van de douaneautoriteiten ten aanzien van goederen waarvan wordt vermoed dat zij inbreuk maken op een intellectuele-eigendomsrecht, met inbegrip van rechten met betrekking tot geografische aanduidingen, en die binnen het douanegebied van de Unie aan douanetoezicht of -controles onderworpen zijn of hadden moeten zijn. Voorts zijn in Verordening (EU) nr. 386/2012 van het Europees Parlement en de Raad (18) de taken en activiteiten van het EUIPO vastgelegd in verband met de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten, met inbegrip van het bevorderen van de samenwerking met en tussen de desbetreffende autoriteiten van de lidstaten.
- (62)
Ten behoeve van een goede werking van de interne markt is het belangrijk dat producenten snel en gemakkelijk kunnen aantonen dat zij een als geografische aanduiding beschermde naam mogen gebruiken, bijvoorbeeld in het kader van douanecontroles of marktinspecties of op verzoek van zakenpartners of consumenten. Daartoe moet een aan de producent ter beschikking gesteld officieel certificaat van vergunning voor de productie van het product met een geografische aanduiding worden gebruikt.
- (63)
Aangezien voor het bij deze verordening vastgestelde controlesysteem een publiek-private aanpak wordt gevolgd, moeten de producenten zelf ook aan de bescherming van geografische aanduidingen bijdragen. Zij moeten controles op de naleving van het productdossier uitvoeren, naargelang het geval in combinatie met door de betrokken producentengroepering beheerde en georganiseerde interne nalevingscontroles. Daarnaast moeten producenten worden aangemoedigd om overheidsinstanties te ondersteunen bij het toezicht op het gebruik van geografische aanduidingen op de markt. Producenten moeten tevens worden aangemoedigd om de bevoegde autoriteiten in kennis te stellen van gevallen van niet-naleving of mogelijke inbreuken.
- (64)
Om de bescherming van geografische aanduidingen voor ambachtelijke en industriële producten te versterken, en om namaak doeltreffender te bestrijden, moet de bescherming uit hoofde van deze verordening gelden voor zowel offline- als onlineomgevingen, met inbegrip van domeinnamen op het internet. Voor de verkoop van producten, met inbegrip van producten met een geografische aanduiding, worden steeds vaker intermediaire diensten, in het bijzonder onlineplatforms, gebruikt. In dat verband moet informatie met betrekking tot reclame, promotie en verkoop van goederen die in strijd is met de bescherming van geografische aanduidingen als bedoeld in deze verordening beschouwd worden als illegale inhoud in de zin van artikel 3, punt h), van Verordening (EU) 2022/2065 van het Europees Parlement en de Raad (19) en onderworpen zijn aan de verplichtingen en maatregelen waarin die verordening voorziet.
- (65)
De lidstaten moeten voorzien in doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties die gericht zijn op het ontmoedigen van mogelijk frauduleus gedrag van producenten van producten met een geografische aanduiding en op het ontmoedigen van personen om inbreuk te maken op geografische aanduidingen.
- (66)
Aangezien de productiestappen van een product met een geografische aanduiding in meer dan één lidstaat kunnen plaatsvinden, en producten die in een lidstaat zijn geproduceerd, in een andere lidstaat kunnen worden verkocht, moet worden gezorgd voor administratieve bijstand en samenwerking tussen de lidstaten om efficiënte en doeltreffende controle en handhaving mogelijk te maken.
- (67)
De maatregelen van de Unie ingevolge haar toetreding tot de Akte van Genève zijn geregeld bij Verordening (EU) 2019/1753 van het Europees Parlement en de Raad (20). Sommige bepalingen van die verordening moeten worden gewijzigd om te zorgen voor samenhang met de invoering van een Uniesysteem voor de bescherming van geografische aanduidingen voor ambachtelijke en industriële producten, overeenkomstig deze verordening. In dat verband moet het EUIPO optreden als bevoegde autoriteit van de Unie met betrekking tot geografische aanduidingen voor ambachtelijke en industriële producten in het kader van de Akte van Genève. De bepalingen van Verordening (EU) 2019/1753 die van toepassing zijn op geografische aanduidingen die buiten het toepassingsgebied van het Unierecht inzake de regeling van het systeem voor de bescherming van geografische aanduidingen voor landbouwproducten vallen, moeten daarom worden gewijzigd om ze in overeenstemming te brengen met deze verordening.
- (68)
Evenzeer moet, ten behoeve van de samenhang met deze verordening, Verordening (EU) 2017/1001 worden gewijzigd. De krachtens deze verordening aan het EUIPO toevertrouwde taken betreffende het beheer en de promotie van geografische aanduidingen moeten aan de lijst van taken van het EUIPO in artikel 151 van Verordening (EU) 2017/1001 worden toegevoegd.
- (69)
Voor de krachtens deze verordening aan het EUIPO toevertrouwde taken moet het EUIPO zich van alle officiële talen van de Unie bedienen. Met betrekking tot door aanvragers uit derde landen ingediende aanvragen, verzoeken om wijziging van het productdossier en annuleringsverzoeken moet het EUIPO beëdigde vertalingen van documenten en informatie in een van de officiële talen van de Unie aanvaarden. Het EUIPO moet waar passend kunnen gebruikmaken van geverifieerde machinevertalingen.
- (70)
De lidstaten moeten over de mogelijkheid beschikken om een vergoeding aan te rekenen om de kosten voor het beheer van het systeem voor de bescherming van geografische aanduidingen voor ambachtelijke en industriële producten te dekken. In dat verband moeten de lidstaten rekening houden met de situatie van micro-, kleine en middelgrote ondernemingen. Het EUIPO mag geen vergoeding aanrekenen bij aanvragen die door bevoegde autoriteiten van de lidstaten na afloop van de nationale fase van de registratieprocedure worden ingediend. Het EUIPO dient echter wel een vergoeding aan te rekenen voor de rechtstreekse registratieprocedure, aangezien die het EUIPO meer werk bezorgt dan het verwerken van aanvragen die reeds in de nationale fase zijn onderzocht. Het EUIPO moet ook vergoedingen aanrekenen voor procedures uit hoofde van deze verordening betreffende geografische aanduidingen uit derde landen en voor beroepen.
- (71)
De vergoedingen of heffingen voor controles en verificaties moeten de kosten dekken, met inbegrip van algemene kosten, van de bevoegde autoriteiten die controles uitvoeren, maar mogen die kosten niet overschrijden. De algemene kosten kunnen kosten omvatten voor de organisatie en ondersteuning die nodig zijn voor de planning en de uitvoering van de controles, en in voorkomend geval het beroep op productcertificeringsinstanties of natuurlijke personen. Er mogen geen vergoedingen in rekening worden gebracht voor de indiening en verwerking van de eigen verklaring.
- (72)
De noodzakelijke kosten voor het opzetten van het in het kader van deze verordening beoogde IT-systeem, namelijk het digitale systeem voor de elektronische indiening van aanvragen bij het EUIPO, het Unieregister en het digitale portaal, moeten worden gefinancierd uit het gecumuleerde begrotingsoverschot van het EUIPO. De exploitatiekosten die voortvloeien uit de bij deze verordening aan het EUIPO toevertrouwde taken moeten door de exploitatiebegroting van het EUIPO worden gedekt.
- (73)
Het digitale systeem voor de elektronische indiening van aanvragen bij het EUIPO moet over een frontoffice en een backoffice beschikken en een vlotte verbinding mogelijk maken, evenals koppeling met en integratie in IT-systemen van nationale autoriteiten, het Unieregister en het IT-systeem van de WIPO voor het beheer van de Akte van Genève. Het Unieregister moet er net zo uitzien als het Unieregister van geografische aanduidingen voor wijnen, levensmiddelen en landbouwproducten, en ten minste over dezelfde functionaliteiten beschikken.
- (74)
Teneinde bepaalde niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen of aan te vullen, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen ten aanzien van: i) de verdere specificatie van de vereisten met betrekking tot de begeleidende documentatie bij de aanvraag; ii) het toevoegen van elementen aan de te verstrekken begeleidende documentatie; iii) de bepaling van de criteria voor de rechtstreekse registratieprocedure; iv) de bepaling van de procedures en de voorwaarden voor het opstellen en indienen van aanvragen bij het EUIPO; v) de nadere bepaling van de inhoud van het beroepschrift en de procedure voor het indienen en onderzoeken van een beroep; vi) de nadere bepaling van de inhoud en de vorm van de beslissingen van de kamers van beroep, en vii) het aanpassen van de informatie en vereisten met betrekking tot het standaardformulier voor de eigen verklaring. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven(21). Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.
- (75)
Teneinde uniforme voorwaarden voor de toepassing van deze verordening te waarborgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend met betrekking tot: i) het vaststellen van voorschriften die de in het productdossier op te nemen informatie beperken, indien zulks noodzakelijk is om buitensporig omvangrijke aanvragen te voorkomen; ii) het vaststellen van voorschriften inzake de vorm van het productdossier; iii) het nader bepalen van de vorm en de onlinepresentatie van de begeleidende documentatie; iv) het vaststellen van gedetailleerde regels voor de procedures voor het opstellen en indienen van rechtstreekse aanvragen; v) het vaststellen van nadere voorschriften betreffende de procedures voor, en betreffende de vorm en de presentatie van, aanvragen bij het EUIPO, ook in verband met aanvragen die op meer dan één nationaal grondgebied betrekking hebben; vi) het vastleggen van voorschriften betreffende de indiening van bezwaren en het nader bepalen van de vorm en de onlinepresentatie van het met redenen omkleed bezwaarschrift; vii) het vastleggen van voorschriften betreffende de indiening van de kennisgeving van opmerkingen en het nader bepalen van de vorm en de onlinepresentatie ervan; viii) besluiten en procedures in gevallen waarin de Commissie van het EUIPO de bevoegdheid overneemt om over een aanvraag te beslissen; ix) het vastleggen van nadere voorschriften betreffende de procedure voor, en de vorm en de presentatie van een verzoek om een wijziging op Unieniveau van het productdossier, alsook betreffende de procedure voor, en de vorm van, standaardwijzigingen en de mededeling van dergelijke wijzigingen aan het EUIPO; x) het vaststellen van nadere voorschriften betreffende de procedures voor en de vorm van annuleringen, alsook betreffende de presentatie van de annuleringsverzoeken; xi) het vastleggen van de IT-architectuur voor en de presentatie van het Unieregister; xii) het nader bepalen van de vorm en de onlinepresentatie van uittreksels uit het Unieregister; xiii) het nader bepalen van de technische kenmerken van het Uniesymbool en de aanduiding, alsook van de voorschriften inzake het gebruik ervan op met een geregistreerde geografische aanduiding in de handel gebrachte producten, inclusief voorschriften betreffende de te gebruiken taalversies; xiv) het nader bepalen van de aard en het type van de uit te wisselen informatie en de methoden voor informatie-uitwisseling voor controledoeleinden, en xv) het bepalen van de hoogte van de door het EUIPO aangerekende vergoedingen, alsook van de wijze waarop die moeten worden betaald of, in het geval van de vergoeding voor beroepen voor de kamers van beroep, terugbetaald. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (22).
- (76)
De huidige bescherming van geografische aanduidingen op nationaal niveau is gebaseerd op uiteenlopende regelgevingsbenaderingen. Het naast elkaar bestaan van twee systemen op Unie- en nationaal niveau houdt het risico in dat consumenten en producenten in verwarring worden gebracht. De vervanging van nationale systemen voor de bescherming van geografische aanduidingen voor ambachtelijke en industriële producten door een regelgevingskader op Unieniveau zou rechtszekerheid scheppen, de administratieve lasten voor nationale autoriteiten verminderen, eerlijke concurrentie tussen de producenten van de producten met die aanduidingen en voorspelbare en relatief lage kosten garanderen, en de producten geloofwaardiger maken voor de consument. Daartoe moeten de nationale systemen voor de bescherming van geografische aanduidingen voor ambachtelijke en industriële producten twaalf maanden na de datum van toepassing van deze verordening aflopen. Het moet mogelijk zijn de in het kader van die nationale systemen verleende bescherming in de tijd te verlengen totdat de registratie van de door de betrokken lidstaten aangewezen nationale geografische aanduidingen is afgerond. Sommige lidstaten, met name die welke partij zijn bij de Overeenkomst van Lissabon tot bescherming van oorsprongsbenamingen en de internationale inschrijving ervan, hebben in het kader van die overeenkomst geografische aanduidingen voor ambachtelijke en industriële producten geregistreerd. Zij hebben in het kader van die overeenkomst ook bescherming verleend aan geografische aanduidingen uit derde landen. Verordening (EU) 2019/1753 moet derhalve worden gewijzigd om voortgezette bescherming van die geografische aanduidingen mogelijk te maken.
- (77)
Aangezien het enige tijd vergt om het kader voor de goede werking van deze verordening tot stand te brengen met het oog op de invoering van een Unie- en internationaal systeem voor de bescherming van geografische aanduidingen voor ambachtelijke en industriële producten, moet deze verordening van toepassing worden na het verstrijken van een redelijke termijn vanaf de vaststelling ervan. Sommige bepalingen met betrekking tot de afwijking van de nationale fase, de raad van advies, het opzetten van het IT-systeem en de delegatie van bevoegdheden aan de Commissie moeten echter van toepassing worden vanaf de inwerkingtreding van deze verordening.
- (78)
Deze verordening is in overeenstemming met de grondrechten en de beginselen die met name in het Handvest worden erkend. Deze verordening moet daarom worden uitgelegd en toegepast in overeenstemming met die rechten en beginselen, met inbegrip van het recht op bescherming van persoonsgegevens, de vrijheid van ondernemerschap en het recht op eigendom, met inbegrip van intellectuele eigendom.
- (79)
Daar de doelstelling van deze verordening, namelijk de totstandbrenging van een Uniesysteem voor de bescherming van geografische aanduidingen voor ambachtelijke en industriële producten, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, maar vanwege de omvang en de gevolgen van deze verordening beter door de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om die doelstelling te verwezenlijken.
- (80)
Overeenkomstig artikel 42, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1725 is de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming geraadpleegd, en op 2 juni 2022 heeft hij een advies (23) uitgebracht,
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Voetnoten
PB C 486 van 21.12.2022, blz. 129.
PB C 498 van 30.12.2022, blz. 57.
Standpunt van het Europees Parlement van 12 september 2023 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 9 oktober 2023.
PB L 271 van 24.10.2019, blz. 15.
Besluit (EU) 2019/1754 van de Raad van 7 oktober 2019 inzake de toetreding van de Europese Unie tot de Akte van Genève bij de Overeenkomst van Lissabon betreffende oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen (PB L 271 van 24.10.2019, blz. 12).
Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671).
Verordening (EU) 2019/787 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende de definitie, omschrijving, presentatie en etikettering van gedistilleerde dranken, het gebruik van de namen van gedistilleerde dranken in de presentatie en etikettering van andere levensmiddelen en de bescherming van geografische aanduidingen van gedistilleerde dranken, het gebruik van ethylalcohol en distillaten uit landbouwproducten in alcoholhoudende dranken, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 110/2008 (PB L 130 van 17.5.2019, blz. 1).
Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1).
Verordening (EU) 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 inzake het Uniemerk (PB L 154 van 16.6.2017, blz. 1).
Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).
Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie) (PB L 201 van 31.7.2002, blz. 37).
Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).
Besluit 94/800/EG van de Raad van 22 december 1994 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap voor wat betreft de onder haar bevoegdheid vallende aangelegenheden, van de uit de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguay-Ronde (1986–1994) voortvloeiende overeenkomsten (PB L 336 van 23.12.1994, blz. 1).
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 664/2014 van de Commissie van 18 december 2013 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de vaststelling van de symbolen van de Unie voor beschermde oorsprongsbenamingen, beschermde geografische aanduidingen en gegarandeerde traditionele specialiteiten en betreffende bepaalde voorschriften inzake het betrekken, bepaalde procedurebepalingen en bepaalde aanvullende overgangsregels (PB L 179 van 19.6.2014, blz. 17).
Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 339/93 (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 30).
Richtlijn 2004/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten (PB L 157 van 30.4.2004, blz. 45).
Verordening (EU) nr. 608/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 inzake de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten door de douane en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1383/2003 van de Raad (PB L 181 van 29.6.2013, blz. 15).
Verordening (EU) nr. 386/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 19 april 2012 tot toewijzing aan het Harmonisatiebureau voor de interne markt (merken, tekeningen en modellen) van taken die verband houden met de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten, met inbegrip van de vergadering van vertegenwoordigers van de publieke en private sector als Europees Waarnemingscentrum voor inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten (PB L 129 van 16.5.2012, blz. 1).
Verordening (EU) 2022/2065 van het Europees Parlement en de Raad van 19 oktober 2022 betreffende een eengemaakte markt voor digitale diensten en tot wijziging van Richtlijn 2000/31/EG (digitaledienstenverordening) (PB L 277 van 27.10.2022, blz. 1).
Verordening (EU) 2019/1753 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2019 inzake de maatregelen van de Unie ingevolge haar toetreding tot de Akte van Genève bij de Overeenkomst van Lissabon betreffende oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen (PB L 271 van 24.10.2019, blz. 1).
PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1.
Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
PB C 258 van 5.7.2022, blz. 5.